Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. boeren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für boert (Niederländisch) ins Spanisch

boert form of boeren:

boeren [de ~] Nomen, Plural

  1. de boeren (provincialen)
    el campesinos; la gente del campo
  2. de boeren (agrariërs)
    el campesinos
  3. de boeren (oprispingen)
    el campesinos; el eructos

boeren Verb (boer, boert, boerde, boerden, geboerd)

  1. boeren (oprispen; burpen)
  2. boeren (resultaten van werk zien)

Konjugationen für boeren:

o.t.t.
  1. boer
  2. boert
  3. boert
  4. boeren
  5. boeren
  6. boeren
o.v.t.
  1. boerde
  2. boerde
  3. boerde
  4. boerden
  5. boerden
  6. boerden
v.t.t.
  1. heb geboerd
  2. hebt geboerd
  3. heeft geboerd
  4. hebben geboerd
  5. hebben geboerd
  6. hebben geboerd
v.v.t.
  1. had geboerd
  2. had geboerd
  3. had geboerd
  4. hadden geboerd
  5. hadden geboerd
  6. hadden geboerd
o.t.t.t.
  1. zal boeren
  2. zult boeren
  3. zal boeren
  4. zullen boeren
  5. zullen boeren
  6. zullen boeren
o.v.t.t.
  1. zou boeren
  2. zou boeren
  3. zou boeren
  4. zouden boeren
  5. zouden boeren
  6. zouden boeren
diversen
  1. boer!
  2. boert!
  3. geboerd
  4. boerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

boeren [het ~] Nomen

  1. het boeren (oprispen)
    el eructos

Übersetzung Matrix für boeren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
campesinos agrariërs; boeren; oprispingen; provincialen
eructos boeren; oprispen; oprispingen
gente del campo boeren; provincialen buitenlui
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
eructar boeren; burpen; oprispen
manejarse boeren; resultaten van werk zien
regoldar boeren; burpen; oprispen

Verwandte Wörter für "boeren":


Wiktionary Übersetzungen für boeren:


Cross Translation:
FromToVia
boeren eructar; regoldar belch — expel gas from the stomach through the mouth
boeren eructar burp — to emit a burp
boeren eructar rülpsen — Ausstoßen von Luft aus dem Magen (oder der Speiseröhre) durch den Mund
boeren eructar; regoldar roter — populaire|fr Faire un rot, des rots.