Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. compleetheid:
  2. compleet:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für compleetheid (Niederländisch) ins Spanisch

compleetheid:

compleetheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de compleetheid (volledigheid)
    la integridad

Übersetzung Matrix für compleetheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
integridad compleetheid; volledigheid gaafheid; gegevensintegriteit; getrouwheid; integriteit; loyaliteit; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; trouw; trouwhartigheid

Verwandte Wörter für "compleetheid":


compleet:

compleet Adjektiv

  1. compleet (volledig; totaal; helemaal)
  2. compleet (algeheel; volledig; volkomen; kompleet; volslagen)
    enteramente; completo; completamente; por completo; todo; total; totalmente; entero

Übersetzung Matrix für compleet:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
todo alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
total alles; complete som; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaalbedrag; totaliteit; volkomenheid; volledige bedrag; volledigheid; voltalligheid
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
completo algeheel; compleet; helemaal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; gedaan; gepleegd; gereed; gevuld; geëindigd; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; klaar; kompleet; onverkort; opgevuld; over; plenair; uit; vierkant; vol; voleindigd; volgestopt; volledig; volstrekt; voltallig; voltooid; volwaardig; voorbij
- geheel; heel; vol; volledig
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- helemaal
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entero geheel getal
- totaal
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
a tiempo completo compleet; helemaal; totaal; volledig fulltime; volledig
completamente algeheel; compleet; helemaal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen faliekant; finaal; fulltime; hartstikke; heel; hele; helemaal; vierkant; volledig; volstrekt; voluit
del todo compleet; helemaal; totaal; volledig faliekant; finaal; hartstikke; heel; hele; helemaal; vierkant; volstrekt
enteramente algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen faliekant; finaal; hartstikke; heel; hele; helemaal; vierkant; volstrekt
entero algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen faliekant; finaal; gaaf; hartstikke; heel; hele; helemaal; nieuw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeschadigd; ongebruikt; ongeopend; onverkort; onverzwakt; pas gekocht; puntgaaf; vierkant; volstrekt
por completo algeheel; compleet; helemaal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen faliekant; finaal; fulltime; gaaf; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; vierkant; volledig; volstrekt
todo algeheel; compleet; kompleet; volkomen; volledig; volslagen alle; allemaal; alles; elk; elke; gehele; iedere
total algeheel; compleet; helemaal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen absoluut; faliekant; finaal; gaaf; grondig; hartstikke; heel; helemaal; in het geheel; intact; integraal; onverdeeld; totaal; vierkant; volkomen; volledig; volstrekt
totalmente algeheel; compleet; helemaal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen absoluut; alleszins; enenmale; faliekant; finaal; fulltime; grondig; hartstikke; heel; hele; helemaal; in alle opzichten; in het geheel; totaal; vierkant; volkomen; volledig; volstrekt

Verwandte Wörter für "compleet":


Synonyms for "compleet":


Antonyme für "compleet":


Verwandte Definitionen für "compleet":

  1. zonder dat er iets ontbreekt1
    • ik heb de hele serie boeken compleet1

Wiktionary Übersetzungen für compleet:

compleet
adjective
  1. volledig, voltallig

Cross Translation:
FromToVia
compleet completo complete — with everything included
compleet completamente completely — in a complete manner
compleet total total — complete
compleet completo complet — À quoi il ne manquer aucune des parties nécessaires.
compleet completo; entero; todo; total; lleno; pleno entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue.
compleet enteramente; completamente entièrement — D'une manière entière.