Niederländisch
Detailübersetzungen für ernaast grijpen (Niederländisch) ins Spanisch
ernaast grijpen:
ernaast grijpen Verb (grijp ernaast, grijpt ernaast, greep ernaast, grepen ernaast, ernaast gegrepen)
-
ernaast grijpen (misgrijpen)
Konjugationen für ernaast grijpen:
o.t.t.
- grijp ernaast
- grijpt ernaast
- grijpt ernaast
- grijpen ernaast
- grijpen ernaast
- grijpen ernaast
o.v.t.
- greep ernaast
- greep ernaast
- greep ernaast
- grepen ernaast
- grepen ernaast
- grepen ernaast
v.t.t.
- heb ernaast gegrepen
- hebt ernaast gegrepen
- heeft ernaast gegrepen
- hebben ernaast gegrepen
- hebben ernaast gegrepen
- hebben ernaast gegrepen
v.v.t.
- had ernaast gegrepen
- had ernaast gegrepen
- had ernaast gegrepen
- hadden ernaast gegrepen
- hadden ernaast gegrepen
- hadden ernaast gegrepen
o.t.t.t.
- zal ernaast grijpen
- zult ernaast grijpen
- zal ernaast grijpen
- zullen ernaast grijpen
- zullen ernaast grijpen
- zullen ernaast grijpen
o.v.t.t.
- zou ernaast grijpen
- zou ernaast grijpen
- zou ernaast grijpen
- zouden ernaast grijpen
- zouden ernaast grijpen
- zouden ernaast grijpen
diversen
- grijp ernaast!
- grijpt ernaast!
- ernaast gegrepen
- ernaast grijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für ernaast grijpen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
errar | ernaast grijpen; misgrijpen | aan de zwerf zijn; afgaan; dwalen; een fout maken; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; mistasten; reizen; ronddolen; rondreizen; rondzwerven; stranden; trekken; verkeerd lopen; zich vergissen; zwerven |