Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. fijnzinnig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für fijnzinnig (Niederländisch) ins Spanisch

fijnzinnig:

fijnzinnig Adjektiv

  1. fijnzinnig (fijngevoelig; teerbesnaard; teergevoelig)
    sensible; tierno; delicado
  2. fijnzinnig (fijntjes; verfijnd)
    delicado; delicadamente; fino; sutil; finamente

Übersetzung Matrix für fijnzinnig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
delicadamente fijntjes; fijnzinnig; verfijnd elegant; gracieus; sierlijk
delicado fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; teerbesnaard; teergevoelig; verfijnd angstig voor pijn; benard; benauwd; breekbaar; broos; delicaat; dun; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngebouwd; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; gracieus; hachelijk; iel; kleinzerig; krakkemikkig; kritiek; kwetsbaar; lastig; lastige; lichtgebouwd; netelig; onprettig; penibel; precair; rank; sierlijk; slank; slap; subtiel; teder; teer; tenger; wankel; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
finamente fijntjes; fijnzinnig; verfijnd elegant; gracieus; lichtgebouwd; sierlijk; tenger
fino fijntjes; fijnzinnig; verfijnd dun; edelmoedig; effen; egaal; elegant; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; gelijk; genereus; geslepen; glad; gracieus; gul; iel; lichtgebouwd; mager; mild; plat; puntig; rank; royaal; ruimhartig; scherp gepunt; schraal; schriel; sierlijk; slank; slank en smal; strak; tenger; vlak; vlakuit; vrijgevig
sensible fijngevoelig; fijnzinnig; teerbesnaard; teergevoelig aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; breekbaar; broos; fragiel; gammel; gevoelig; hypergevoelig; krakkemikkig; kwetsbaar; overgevoelig; sensitief; substantieel; teer; teergevoelig; teerhartig; vatbaar; wankel; weekhartig; zwak
sutil fijntjes; fijnzinnig; verfijnd fijn; subtiel
tierno fijngevoelig; fijnzinnig; teerbesnaard; teergevoelig diep; dun; fijn; fijngebouwd; gammel; innig; intens; krakkemikkig; lichtgebouwd; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mals; murw; pril; rank; sappig; slank; teerhartig; tenger; vroeg; wankel; weekhartig; welig; zacht; zacht aanvoelend; zwak

Verwandte Wörter für "fijnzinnig":

  • fijnzinnige