Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. gelijkkomen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gelijkkomen (Niederländisch) ins Spanisch

gelijkkomen:

gelijkkomen Verb (kom gelijk, komt gelijk, kwam gelijk, kwamen gelijk, gelijkgekomen)

  1. gelijkkomen

Konjugationen für gelijkkomen:

o.t.t.
  1. kom gelijk
  2. komt gelijk
  3. komt gelijk
  4. komen gelijk
  5. komen gelijk
  6. komen gelijk
o.v.t.
  1. kwam gelijk
  2. kwam gelijk
  3. kwam gelijk
  4. kwamen gelijk
  5. kwamen gelijk
  6. kwamen gelijk
v.t.t.
  1. ben gelijkgekomen
  2. bent gelijkgekomen
  3. is gelijkgekomen
  4. zijn gelijkgekomen
  5. zijn gelijkgekomen
  6. zijn gelijkgekomen
v.v.t.
  1. was gelijkgekomen
  2. was gelijkgekomen
  3. was gelijkgekomen
  4. waren gelijkgekomen
  5. waren gelijkgekomen
  6. waren gelijkgekomen
o.t.t.t.
  1. zal gelijkkomen
  2. zult gelijkkomen
  3. zal gelijkkomen
  4. zullen gelijkkomen
  5. zullen gelijkkomen
  6. zullen gelijkkomen
o.v.t.t.
  1. zou gelijkkomen
  2. zou gelijkkomen
  3. zou gelijkkomen
  4. zouden gelijkkomen
  5. zouden gelijkkomen
  6. zouden gelijkkomen
diversen
  1. kom gelijk!
  2. komt gelijk!
  3. gelijkgekomen
  4. gelijkkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für gelijkkomen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
igualar gelijkkomen afstompen; bijschaven; effenen; egaliseren; evenaren; fonkelen; gelijk trekken; gelijkmaken; gladmaken; glimmen; glinsteren; nivelleren; perfectioneren; vervlakken; vlak maken