Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
afirmación
|
het uitspreken; uitspraak
|
aanneming; affirmatie; bevestiging; bewering; confirmatie; stelling; uiting
|
anuncio
|
het uitspreken; uitspraak
|
aangifte; aankondiging; advertentie; adverteren; afkondiging; annonce; annonceren; annoncering; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; commercial; convocatie; declaratie; decreet; kennisgeving; mededeling; melding; memorandum; opheldering; proclamatie; statement; toelichting; uitlegging; uitvaardiging; verklaring; verkondiging; verwittiging
|
articulación
|
het uitspreken; uitspraak
|
afdeling; articulatie; betoog; departement; detachement; geleding; gewricht; lid; lidmaat; lul; opheldering; penis; piemel; pik; roede; sectie; tak; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitspraak; verbinding van beenderen; verbinding van lichaamsdelen; verduidelijking; verklaring
|
aseveración
|
het uitspreken; uitspraak
|
aanneming; bewering; confirmatie; stelling
|
certificación
|
het uitspreken; uitspraak
|
opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; uitsluitsel; verduidelijking; verklaring; vrijbrief; waarmerking
|
certificado
|
het uitspreken; uitspraak
|
attest; beveiligingscertificaat; bewijs; brevet; briefje; certificaat; charter; digitaal certificaat; diploma; licentie; oorkonde; uitsluitsel
|
comunicación
|
het uitspreken; uitspraak
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aangifte; aankondiging; aansluiting; band; bekendmaking; bereikbaarheid; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; communicatie; connectie; contact; convocatie; declaratie; gewag; informatie; kennisgeving; koppeling; liaison; link; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; publicatie; publikatie; relaas; relatie; ruchtbaarheid; samenhang; statement; tijding; toelichting; uitgave; uitgifte; uiting; uitlegging; uitspraak; verband; verbinding; verklaring; vermelding; verwittiging
|
declaración
|
het uitspreken; uitspraak
|
aangeven; aangifte; aangifteformulier; aankondigen; aanmelding; afkondiging; bekendmaken; bekendmaking; bepalen; beschikken; declaratie; ellips; inschrijving; melden; melding; meningsuiting; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; proclamatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte; uiting; uitlating; verklaring; verordenen; verwoording; voorschrijven
|
declaración de testigo
|
het uitspreken; uitspraak
|
getuigenis; getuigenverklaring; testimonium; uiting; verklaring
|
explicación
|
het uitspreken; uitspraak
|
basis; basislijn; beginsel; beredenering; beweegreden; drijfveer; duiding; fundament; fundering; gedachtegang; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; informatie; interpretatie; kennisoverdracht; motief; motivatie; nadere uitleg; opheldering; principe; reden; redenering; toelichting; uiteenzetting; uitgangspunt; uitgangsvorm; uiting; uitleg; verduidelijking; verklarende uitleg; verklaring; veronderstelling; vertaling; vertolking; vertrekpunt; vrijbrief
|
exposición
|
het uitspreken; uitspraak
|
etalering; expositie; happening; kijkdag; open dag; opheldering; performance; show; tentoonstelling; tijdmeting; tijdopname; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitstalling; verduidelijking; verklaring; voorstelling
|
expresión
|
het uitspreken; uitspraak
|
aangezicht; aanzien; buitenkant; expressie; gedaante; gelaat; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; type; uitdrukking; uiterlijk; uiting; verschijning; vertoon; verwoording; voorkomen; vorm
|
fallo
|
het uitspreken; uitspraak
|
abuis; afgang; blunder; domheid; dwaling; echec; feil; fiasco; flater; flop; fout; gebrek; giller; incorrectheid; manco; misgreep; mislukking; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; onjuistheid; oordeelvelling; schuldigverklaring; tekort; tekortkoming; uitspraak; vergissing; veroordeling; vonnis
|
frase
|
het uitspreken; uitspraak
|
bepaling; frase; loze kreet; verwoording; woordgroep; zin; zin taalkundig
|
información
|
het uitspreken; uitspraak
|
aangifte; aankondigen; aankondiging; aanwijzing; bekendmaken; bekendmaking; bericht; berichtgeving; bevestiging; bewering; boodschap; convocatie; declaratie; gewag; info; informatie; informeren; inlichting; kennisgeving; kennisoverdracht; mededeling; mededelingen; melden; melding; opgave; opheldering; relaas; statement; tijding; tip; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; vermelding; verslaggeving; verwittiging; vingerwenk; vingerwijzing; voorlichting; wenk
|
informe
|
het uitspreken; uitspraak
|
aangifte; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; blad; convocatie; declaratie; informatie; journaal; kennisgeving; kennisoverdracht; maandblad; magazine; mededeling; melding; navraag; nieuws; opheldering; opstel; periodiek; proclamatie; rapport; referaat; referentie; scriptie; statement; tijdschrift; tijdspiegel; toelichting; uitlegging; verklaring; verkondiging; verslag; verwijzing; verwittiging; weekblad
|
juicio
|
het uitspreken; uitspraak
|
articulatie; beoordeling; denkbeeld; denkvermogen; geding; geestvermogen; gerechtszitting; gezichtspunt; gezindheid; idee; inleiding; intellect; interpretatie; introductie; inzicht; lezing; mening; meningsuiting; oordeel; oordeelvelling; opinie; opvatting; overtuiging; procedure; proces; proloog; rechtsgeding; rechtszaak; rede; standpunt; uitspraak; vaststaande mening; verstand; verstandelijk vermogen; visie; vonnis; vonnisspreking; voorbericht; voorwoord; zienswijze
|
laudo
|
het uitspreken; uitspraak
|
loflied; lofpsalm
|
manifestación
|
het uitspreken; uitspraak
|
afkondiging; bekendmaking; betoging; bijeenkomst; demonstratie; laten zien; manifestatie; onthulling; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; samenkomst; uiting; vergadering; zitting
|
mención
|
het uitspreken; uitspraak
|
aangifte; aankondiging; bericht; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; melding; opheldering; ruchtbaarheid; statement; toelichting; toespeling; uiting; uitlegging; verklaring; verwijzing
|
noticia
|
het uitspreken; uitspraak
|
aangifte; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; convocatie; declaratie; gewag; journaal; kennisgeving; mededeling; melding; nieuws; opgave; opheldering; proclamatie; relaas; statement; tijding; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; verkondiging; vermelding; verwittiging
|
observación
|
het uitspreken; uitspraak
|
aanmerking; aanschouwen; aanschouwing; apperceptie; bemerking; beschouwing; ellips; herkennen; meningsuiting; observatie; observeren; opmerking; perceptie; uitlating; waarnemen; waarneming; zien
|
opinión
|
het uitspreken; uitspraak
|
aanhaling; adviesraad; articulatie; begrip; benul; beschouwing; bewustzijn; brein; citaat; denkbeeld; doorzicht; dunk; ellips; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oordeel; oordeelvelling; opinie; opvatting; overtuiging; quote; raad; rede; standpunt; uitlating; uitspraak; vaststaande mening; verstand; visie; vonnis; zienswijze
|
pronunciación
|
het uitspreken; uitspraak
|
betoog; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; verduidelijking; verklaring
|
referencia
|
het uitspreken; uitspraak
|
aanbeveling; aankondiging; aanprijzing; bericht; getuigschrift; handelsreferentie; kamprechter; melding; recommandatie; referentie; scheidsman; scheidsrechter; toespeling; uiting; verwijsbrief; verwijsbriefje; verwijzing
|
sentencia
|
het uitspreken; uitspraak
|
aanhaling; aforisme; arrest; articulatie; citaat; gezegde; oordeelvelling; quote; redekundig gezegde; schuldig verklaring; uiting; uitspraak; veroordeling; vonnis; zinspreuk
|
testimonio
|
het uitspreken; uitspraak
|
getuigenis; getuigenverklaring; testimonium; uiting; verklaring
|
veredicto
|
het uitspreken; uitspraak
|
schuldig verklaring; schuldigverklaring; veroordeling; vonnis
|
Not Specified | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
expresión
|
|
expressie
|
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
certificado
|
|
aangetekend
|
informe
|
|
ongevormd; vormloos
|