Niederländisch
Detailübersetzungen für klemzittend (Niederländisch) ins Spanisch
klemzittend:
Übersetzung Matrix für klemzittend:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
apremiante | klemmend; klemzittend; knellend | klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk |
apretado | klemmend; klemzittend; knellend | bekrompen; benepen; eng; gevat; in het nauw; kleingeestig; kleinzielig; meedogenloos; nauw; nauwsluitend; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; smal; smalletjes; snedig; strak; uitgeslapen; van geringe breedte; vlijmend; vlijmscherp; wreed |
klemzitten:
-
klemzitten (vastzitten)
Konjugationen für klemzitten:
o.t.t.
- zit klem
- zit klem
- zit klem
- zitten klem
- zitten klem
- zitten klem
o.v.t.
- zat klem
- zat klem
- zat klem
- zaten klem
- zaten klem
- zaten klem
v.t.t.
- heb klem gezeten
- hebt klem gezeten
- heeft klem gezeten
- hebben klem gezeten
- hebben klem gezeten
- hebben klem gezeten
v.v.t.
- had klem gezeten
- had klem gezeten
- had klem gezeten
- hadden klem gezeten
- hadden klem gezeten
- hadden klem gezeten
o.t.t.t.
- zal klemzitten
- zult klemzitten
- zal klemzitten
- zullen klemzitten
- zullen klemzitten
- zullen klemzitten
o.v.t.t.
- zou klemzitten
- zou klemzitten
- zou klemzitten
- zouden klemzitten
- zouden klemzitten
- zouden klemzitten
diversen
- zit klem!
- zit klem!
- klem gezeten
- klemzittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für klemzitten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
empantanarse | klemzitten; vastzitten | |
estar firme | klemzitten; vastzitten | |
meterse en un atolladero | klemzitten; vastzitten | vast komen zitten; vastlopen |
quedar atascado | klemzitten; vastzitten |