Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->übersetze levensgezellin

übersetze levensgezellin von Niederländische ins Spanisch

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

levensgezellin:
- mujer; esposa; señora; cónyuge; consorte; compañera en la vida

Niederländisch

Detailübersetzungen für levensgezellin (Niederländisch) ins Spanisch

levensgezellin:

levensgezellin [de ~ (v)] Nomen

de levensgezellin
la mujer; la esposa; la señora; la cónyuge; la consorte; la compañera en la vida
- mujer [la ~] Nomen
- esposa [la ~] Nomen
- señora [la ~] Nomen
- cónyuge [la ~] Nomen
- consorte [la ~] Nomen
- compañera en la vida [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für levensgezellin:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
compañera en la vida	levensgezellin	echtgenote; gade; gemalin; huismoeder; huisvrouw; levensgezel; levenspartner; partner; vrouw
consorte	levensgezellin	echtgenote; gade; gemalin; levensgezel; levenspartner; partner; vrouw
cónyuge	levensgezellin	echtgenote; gade; gemalin; huismoeder; huisvrouw; vrouw
esposa	levensgezellin	echtgenote; gade; gemalin; handboei; handboeien; handijzers; levensgezel; levenspartner; partner; vrouw
mujer	levensgezellin	dame; echtgenote; gade; gemalin; huismoeder; huisvrouw; juffrouw; mejuffrouw; vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon; wijfje
señora	levensgezellin	dame; echtgenote; gade; gemalin; huismoeder; huisvrouw; juffrouw; mejuffrouw; mevrouw; vrouw

Verwandte Wörter für "levensgezellin":

levensgezellinnen