Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. lummel:
  2. lummelen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für lummel (Niederländisch) ins Spanisch

lummel:

lummel [de ~ (m)] Nomen

  1. de lummel (boerenlul; hork)
    el capullo; el paleto; el palurdo; el patán
  2. de lummel (pummel; kinkel; vlegel)
    el paleto; el cateto

Übersetzung Matrix für lummel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
capullo boerenlul; hork; lummel boerenkinkel; cocon; deurklink; deurkruk; groentje; heikneuter; kruk; nieuwkomer
cateto kinkel; lummel; pummel; vlegel boerenkinkel; heikneuter; hufter; klootzak
paleto boerenlul; hork; kinkel; lummel; pummel; vlegel baard; boerenkinkel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klojo; klootzak; lomperd; proleet; vlegel
palurdo boerenlul; hork; lummel boerenkinkel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; proleet; vlegel
patán boerenlul; hork; lummel boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kaffer; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; oetlul; proleet; rotvent; snertvent; sodemieter; vlegel
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
palurdo aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; dorps; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; respectloos

Verwandte Wörter für "lummel":


lummel form of lummelen:

lummelen Verb (lummel, lummelt, lummelde, lummelden, gelummeld)

  1. lummelen (lanterfanten; luieren; niksen; rondhangen; nietsdoen)

Konjugationen für lummelen:

o.t.t.
  1. lummel
  2. lummelt
  3. lummelt
  4. lummelen
  5. lummelen
  6. lummelen
o.v.t.
  1. lummelde
  2. lummelde
  3. lummelde
  4. lummelden
  5. lummelden
  6. lummelden
v.t.t.
  1. heb gelummeld
  2. hebt gelummeld
  3. heeft gelummeld
  4. hebben gelummeld
  5. hebben gelummeld
  6. hebben gelummeld
v.v.t.
  1. had gelummeld
  2. had gelummeld
  3. had gelummeld
  4. hadden gelummeld
  5. hadden gelummeld
  6. hadden gelummeld
o.t.t.t.
  1. zal lummelen
  2. zult lummelen
  3. zal lummelen
  4. zullen lummelen
  5. zullen lummelen
  6. zullen lummelen
o.v.t.t.
  1. zou lummelen
  2. zou lummelen
  3. zou lummelen
  4. zouden lummelen
  5. zouden lummelen
  6. zouden lummelen
diversen
  1. lummel!
  2. lummelt!
  3. gelummeld
  4. lummelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für lummelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gandulear lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanklooien; klooien; lijntrekken; rotzooien
haraganear lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanklooien; klooien; rotzooien
holgazanear lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanklooien; dralen; drentelen; klooien; leeglopen; lijntrekken; rotzooien; talmen; teuten; treuzelen; vrijlopen
no dar golpe lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen niksen; rondhangen; rondlummelen

Verwandte Wörter für "lummelen":