Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. ontboeien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ontboeien (Niederländisch) ins Spanisch

ontboeien:

ontboeien Verb (ontboei, ontboeit, ontboeide, ontboeiden, ontboeid)

  1. ontboeien (van de boeien ontdoen)

Konjugationen für ontboeien:

o.t.t.
  1. ontboei
  2. ontboeit
  3. ontboeit
  4. ontboeien
  5. ontboeien
  6. ontboeien
o.v.t.
  1. ontboeide
  2. ontboeide
  3. ontboeide
  4. ontboeiden
  5. ontboeiden
  6. ontboeiden
v.t.t.
  1. heb ontboeid
  2. hebt ontboeid
  3. heeft ontboeid
  4. hebben ontboeid
  5. hebben ontboeid
  6. hebben ontboeid
v.v.t.
  1. had ontboeid
  2. had ontboeid
  3. had ontboeid
  4. hadden ontboeid
  5. hadden ontboeid
  6. hadden ontboeid
o.t.t.t.
  1. zal ontboeien
  2. zult ontboeien
  3. zal ontboeien
  4. zullen ontboeien
  5. zullen ontboeien
  6. zullen ontboeien
o.v.t.t.
  1. zou ontboeien
  2. zou ontboeien
  3. zou ontboeien
  4. zouden ontboeien
  5. zouden ontboeien
  6. zouden ontboeien
en verder
  1. ben ontboeid
  2. bent ontboeid
  3. is ontboeid
  4. zijn ontboeid
  5. zijn ontboeid
  6. zijn ontboeid
diversen
  1. ontboei!
  2. ontboeit!
  3. ontboeid
  4. ontboeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ontboeien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desaherrojar ontboeien; van de boeien ontdoen