Niederländisch
Detailübersetzungen für opgeruimd (Niederländisch) ins Spanisch
opgeruimd:
-
opgeruimd (vrolijk; blijmoedig; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; geestig; kleurig)
-
opgeruimd (ordelijk gemaakt)
-
opgeruimd (gerangschikt; ordelijk)
clasificado-
clasificado Adjektiv
-
-
opgeruimd (netjes; ordelijk; schoon)
Übersetzung Matrix für opgeruimd:
Verwandte Wörter für "opgeruimd":
opgeruimd form of opruimen:
-
opruimen (afruimen; afdekken)
-
opruimen (bergen)
ordenar; recoger la mesa; recoger; meter; almacenar; deshacerse de-
ordenar Verb
-
recoger la mesa Verb
-
recoger Verb
-
meter Verb
-
almacenar Verb
-
deshacerse de Verb
-
-
opruimen (uitmesten; schoonmaken; reinigen; uitruimen)
Konjugationen für opruimen:
o.t.t.
- ruim op
- ruimt op
- ruimt op
- ruimen op
- ruimen op
- ruimen op
o.v.t.
- ruimde op
- ruimde op
- ruimde op
- ruimden op
- ruimden op
- ruimden op
v.t.t.
- heb opgeruimd
- hebt opgeruimd
- heeft opgeruimd
- hebben opgeruimd
- hebben opgeruimd
- hebben opgeruimd
v.v.t.
- had opgeruimd
- had opgeruimd
- had opgeruimd
- hadden opgeruimd
- hadden opgeruimd
- hadden opgeruimd
o.t.t.t.
- zal opruimen
- zult opruimen
- zal opruimen
- zullen opruimen
- zullen opruimen
- zullen opruimen
o.v.t.t.
- zou opruimen
- zou opruimen
- zou opruimen
- zouden opruimen
- zouden opruimen
- zouden opruimen
en verder
- ben opgeruimd
- bent opgeruimd
- is opgeruimd
- zijn opgeruimd
- zijn opgeruimd
- zijn opgeruimd
diversen
- ruim op!
- ruimt op!
- opgeruimd
- opruimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze