Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->übersetze overdrijven

übersetze overdrijven von Niederländische ins Spanisch

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

overdrijven:
- exagerar; engrosar; abultar; acusar; culpar; inculpar
Wiktionary:
- overdrijven → exagerar, abultar
- overdrijven → exagerar, sobreactuar

Niederländisch

Detailübersetzungen für overdrijven (Niederländisch) ins Spanisch

overdrijven:

overdrijven Verb (overdrijf, overdrijft, overdreef, overdreven, overdreven)

overdrijven (iets overdreven voorstellen; opkloppen; opblazen; aandikken)
exagerar; engrosar
- exagerar Verb
- engrosar Verb
overdrijven (overdreven voorstellen; opkloppen; opblazen; aandikken; opschroeven)
exagerar; abultar
- exagerar Verb
- abultar Verb
overdrijven (chargeren)
acusar; culpar; inculpar
- acusar Verb
- culpar Verb
- inculpar Verb

Konjugationen für overdrijven:

o.t.t.

overdrijf
overdrijft
overdrijft
overdrijven
overdrijven
overdrijven

o.v.t.

overdreef
overdreef
overdreef
overdreven
overdreven
overdreven

v.t.t.

heb overdreven
hebt overdreven
heeft overdreven
hebben overdreven
hebben overdreven
hebben overdreven

v.v.t.

had overdreven
had overdreven
had overdreven
hadden overdreven
hadden overdreven
hadden overdreven

o.t.t.t.

zal overdrijven
zult overdrijven
zal overdrijven
zullen overdrijven
zullen overdrijven
zullen overdrijven

o.v.t.t.

zou overdrijven
zou overdrijven
zou overdrijven
zouden overdrijven
zouden overdrijven
zouden overdrijven

diversen

overdrijf!
overdrijft!
overdreven
overdrijvend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overdrijven:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
abultar	aandikken; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven	puilen; uitpuilen
acusar	chargeren; overdrijven	aanklagen; beschuldigen; betichten; incrimineren; ten laste leggen; tenlaste leggen; verdacht maken; verdenken
culpar	chargeren; overdrijven	aanklagen; aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; betichten; blameren; gispen; incrimineren; laken; nadragen; ten laste leggen; tenlaste leggen; verdacht maken; verdenken; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
engrosar	aandikken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; overdrijven
exagerar	aandikken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven
inculpar	chargeren; overdrijven	aanklagen; beschuldigen; betichten; incrimineren; ten laste leggen; tenlaste leggen; verdacht maken; verdenken

Verwandte Definitionen für "overdrijven":

het groter, mooier of erger voorstellen dan het is¹
- je moet niet zo overdrijven¹

Wiktionary Übersetzungen für overdrijven:

overdrijven

verb

de feiten groter, kleiner, mooier of slechter voorstellen dan ze zijn
- overdrijven → exagerar; abultar

Cross Translation:

From	To	Via
• overdrijven	→ exagerar	↔ exaggerate — to overstate, to describe more than is fact
• overdrijven	→ sobreactuar	↔ overplay — To overdo or overact one's effect or role

Computerübersetzung von Drittern:

¹Muiswerk Woordenboek