Niederländisch
Detailübersetzungen für overkappen (Niederländisch) ins Spanisch
overkappen:
-
overkappen (dekken; overwelven)
cubrir; techar; recubrir; abovedar; poner un techo-
cubrir Verb
-
techar Verb
-
recubrir Verb
-
abovedar Verb
-
poner un techo Verb
-
Konjugationen für overkappen:
o.t.t.
- overkap
- overkapt
- overkapt
- overkappen
- overkappen
- overkappen
o.v.t.
- overkapte
- overkapte
- overkapte
- overkapten
- overkapten
- overkapten
v.t.t.
- heb overkapt
- hebt overkapt
- heeft overkapt
- hebben overkapt
- hebben overkapt
- hebben overkapt
v.v.t.
- had overkapt
- had overkapt
- had overkapt
- hadden overkapt
- hadden overkapt
- hadden overkapt
o.t.t.t.
- zal overkappen
- zult overkappen
- zal overkappen
- zullen overkappen
- zullen overkappen
- zullen overkappen
o.v.t.t.
- zou overkappen
- zou overkappen
- zou overkappen
- zouden overkappen
- zouden overkappen
- zouden overkappen
en verder
- is overkapt
- zijn overkapt
diversen
- overkap!
- overkapt!
- overkapt
- overkkappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für overkappen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cubrir | bedekken; beslaan; indekken | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
abovedar | dekken; overkappen; overwelven | |
cubrir | dekken; overkappen; overwelven | afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; blinderen; dichtgooien; draperen; gladstrijken; hullen; inhullen; insluiten; maskeren; met stof behangen; omhullen; omvatten; overdekken; overheen trekken; overtrekken; stofferen; strijken; toestoppen; toevoegen; van bekleding voorzien; verhullen; versluieren |
poner un techo | dekken; overkappen; overwelven | |
recubrir | dekken; overkappen; overwelven | bedekken; bekleden; calqueren; met pen overtekenen; overdekken; overtrekken |
techar | dekken; overkappen; overwelven | |
Other | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cubrir | bedekken; met iets bestrijken |