Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für schakel (Niederländisch) ins Spanisch
schakel:
Übersetzung Matrix für schakel:
Verwandte Wörter für "schakel":
schakel form of schakelen:
-
schakelen (naar een andere versnelling overgaan)
Konjugationen für schakelen:
o.t.t.
- schakel
- schakelt
- schakelt
- schakelen
- schakelen
- schakelen
o.v.t.
- schakelde
- schakelde
- schakelde
- schakelden
- schakelden
- schakelden
v.t.t.
- ben geschakeld
- bent geschakeld
- is geschakeld
- zijn geschakeld
- zijn geschakeld
- zijn geschakeld
v.v.t.
- was geschakeld
- was geschakeld
- was geschakeld
- waren geschakeld
- waren geschakeld
- waren geschakeld
o.t.t.t.
- zal schakelen
- zult schakelen
- zal schakelen
- zullen schakelen
- zullen schakelen
- zullen schakelen
o.v.t.t.
- zou schakelen
- zou schakelen
- zou schakelen
- zouden schakelen
- zouden schakelen
- zouden schakelen
diversen
- schakel!
- schakelt!
- geschakeld
- schakelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für schakelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cambiar de velocidad | naar een andere versnelling overgaan; schakelen |
Verwandte Wörter für "schakelen":
Verwandte Definitionen für "schakelen":
Wiktionary Übersetzungen für schakelen:
schakelen
Cross Translation:
verb
-
een verbinding tot stand brengen
- schakelen → cambiar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schakelen | → dar | ↔ donner — Faire un don ; transférer, sans rétribution, la propriété d’une chose que l’on posséder ou dont on jouir, à une autre personne. |
• schakelen | → embragar | ↔ embrayer — mettre les parties d’un mécanisme qui devoir mouvoir en communication avec le moteur. |
• schakelen | → volver; revolver; voltear; tornear | ↔ tourner — Traductions à trier suivant le sens |