Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. tevredenheid:
  2. tevreden:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für tevredenheid (Niederländisch) ins Spanisch

tevredenheid:

tevredenheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de tevredenheid (genoegzaamheid)
    la satisfacción; la suficiencia
  2. de tevredenheid (content; genoegen)
    el gusto; el consentimiento; la satisfacción; la aprobación; el bienestar; el placer

Übersetzung Matrix für tevredenheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aprobación content; genoegen; tevredenheid akkoord; autorisatie; bekrachtiging; bijval; fiat; goedkeuring; goedkeuringsactiviteit; goedvinden; halen; instemmen met; instemming; machtiging; permissie; ratificering; sanctie; toelating; toestemming; volmacht; vrijbrief; welbevinden
bienestar content; genoegen; tevredenheid euforie; gezondheid; heil; voorspoed; welbehagen; welgevallen; welstand; welvaart; welvarendheid; welzijn
consentimiento content; genoegen; tevredenheid accoord; akkoord; autorisatie; believen; bereidverklaring; bijstand; fiat; gegevensverstrekking; goeddunken; goedkeuring; goedvinden; hulp; instemming; maatschappelijke hulpverlening; machtiging; ondersteuning; permissie; steun; toestemming; verklaring van bereidheid; verstrekking; volmacht; vrijbrief; welbevinden
gusto content; genoegen; tevredenheid aardigheid; blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; cadeautje; drift; gein; genoegen; genot; hupsheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; keuze; leukheid; leut; liefhebberij; lol; lust; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; schik; seksuele begeerte; smaak; smaakwaarneming; tijdverdrijf; uitgelatenheid; voorkeur; voorliefde; vreugde; vrolijkheid; welgevallen; wellust
placer content; genoegen; tevredenheid aardigheid; blijheid; blijmoedigheid; gein; geneugte; genieten; genoegen; genot; jolijt; jool; keet; leukheid; leut; lol; lust; opgewektheid; plezier; pret; schik; vrolijkheid; welgevallen
satisfacción content; genoegen; genoegzaamheid; tevredenheid aardigheid; boetedoening; boetstraf; genoegdoening; genoegen; genot; ingenomenheid; jool; leut; lust; plezier; pret; tevredenstelling; vergenoegdheid; voldaanheid; welbehagen
suficiencia genoegzaamheid; tevredenheid arrogantie; egotisme; eigendunk; eigenwaan; hoogmoed; ijdelheid; pretentie; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid

Verwandte Wörter für "tevredenheid":


Wiktionary Übersetzungen für tevredenheid:

tevredenheid
noun
  1. het gevoel genoeg te hebben en voldaan te zijn

Cross Translation:
FromToVia
tevredenheid satisfacción Zufriedenheit — das froh mit einer Situation oder einem Umstand
tevredenheid satisfacción contentement — État de celui qui est content, satisfait.

tevredenheid form of tevreden:

tevreden Adjektiv

  1. tevreden (voldaan; bevredigd; vergenoegd; verzadigd; genoeg)
    satisfecho; entusiasta; vivo; complacido; alegre; contento; pagado; arrobado; abonado
  2. tevreden (gelukkig; voldaan; vergenoegd)
    contento; feliz; afortunado; dichoso

Übersetzung Matrix für tevreden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abonado abonnee; intekenaar
contento bevrediging; blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; satisfactie; voldoening; vrolijkheid
entusiasta enthousiasteling
vivo vluggerd
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- content
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abonado bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan bekend; vertrouwd
afortunado gelukkig; tevreden; vergenoegd; voldaan fortuinlijk; gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend
alegre bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; fideel; fleurig; frivool; geagiteerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; heugelijk; heuglijk; hooggekleurd; hups; jolig; kleurig; kleurrijk; kwiek; levendig; levenslustig; lichtzinnig; losbandig; losjes; luchthartig; luchtig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; tierig; uitgelaten; verblijd; verblijdend; verheugd; verhit; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; wuft; zonnig
arrobado bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan dolblij; inblij; ontzettend blij
complacido bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan
contento bevredigd; gelukkig; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan blij; blijgestemd; blijmoedig; gelukkig; gelukkig gestemd; goedgehumeurd; goedgeluimd; jubelend; juichend; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; voorspoedig; vrolijk; welgemoed; welgestemd
dichoso gelukkig; tevreden; vergenoegd; voldaan bliksems; donders; fortuinlijk; gelukkig; verdraaid; verduiveld; verrekte; voorspoedig
entusiasta bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan bevlogen; bezield; blij; blijmoedig; dartel; dolblij; enthousiast; fervent; geestdriftig; gloedvol; hartelijk; inblij; levendig; levenslustig; minnelijk; monter; ontzettend blij; opgetogen; opgewekt; ovationeel; tierig; vriendelijk; vrolijk; vurig
feliz gelukkig; tevreden; vergenoegd; voldaan dolgelukkig; geluk genietend; gelukkig; gelukkig gestemd; heugelijk; heuglijk; verblijdend; voorspoedig
pagado bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan afbetaald; betaald; genivelleerd; vereffend
satisfecho bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan fier; flink; genivelleerd; glorieus; groots; prat; trots; vereffend
vivo bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan achterbaks; actief; adrem; berekenend; beweeglijk; bezet; bij de pinken; bijdehand; bitter teleurgesteld; blij; blijgestemd; blijmoedig; clever; doortrapt; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; felle; fleurig; geagiteerd; gebloemd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gis; gluiperig; goedgehumeurd; goedgeluimd; goochem; in leven; kien; kittig; kleurrijk; leep; levend; levendig; listig; ongeblust; opgetogen; opgewekt; pienter; raak; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; spits; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; verbitterd; verhit; vrolijk; welgemoed; welgestemd

Verwandte Wörter für "tevreden":

  • tevredenheid, tevredener, tevredenere, tevredenst, tevredenste, tevredene

Synonyms for "tevreden":


Verwandte Definitionen für "tevreden":

  1. als je geen wensen meer hebt1
    • de directeur is dik tevreden met de behaalde winst1

Wiktionary Übersetzungen für tevreden:

tevreden
adjective
  1. geen behoefte voelend om aanmerkingen te maken

Cross Translation:
FromToVia
tevreden contento content — satisfied
tevreden satisfecho satisfied — in a state of satisfaction
tevreden satisfecho zufrieden — voller Genugtuung/ohne jede Beanstandung angesichts einer Situation oder eines Umstandes

Computerübersetzung von Drittern: