Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- verbruikt:
- verbruiken:
-
Wiktionary:
- verbruiken → consumir
Niederländisch
Detailübersetzungen für verbruikt (Niederländisch) ins Spanisch
verbruikt:
-
verbruikt (verteerd)
-
verbruikt
Übersetzung Matrix für verbruikt:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
consumido | verbruikt; verteerd | broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
gastado | verbruikt; verteerd | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; besteed; bleek; flauw; flets; gespendeerd; oud; uitgegeven; uitgeleefd; verschoten; versleten; vervallen |
verbruikt form of verbruiken:
-
verbruiken (consumeren; gebruiken)
tomar; consumir; comerse; usar; aprovechar-
tomar Verb
-
consumir Verb
-
comerse Verb
-
usar Verb
-
aprovechar Verb
-
-
verbruiken (opmaken; doorjagen)
Konjugationen für verbruiken:
o.t.t.
- verbruik
- verbruikt
- verbruikt
- verbruiken
- verbruiken
- verbruiken
o.v.t.
- verbruikte
- verbruikte
- verbruikte
- verbruikten
- verbruikten
- verbruikten
v.t.t.
- heb verbruikt
- hebt verbruikt
- heeft verbruikt
- hebben verbruikt
- hebben verbruikt
- hebben verbruikt
v.v.t.
- had verbruikt
- had verbruikt
- had verbruikt
- hadden verbruikt
- hadden verbruikt
- hadden verbruikt
o.t.t.t.
- zal verbruiken
- zult verbruiken
- zal verbruiken
- zullen verbruiken
- zullen verbruiken
- zullen verbruiken
o.v.t.t.
- zou verbruiken
- zou verbruiken
- zou verbruiken
- zouden verbruiken
- zouden verbruiken
- zouden verbruiken
diversen
- verbruik!
- verbruikt!
- verbruikt
- verbruikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verbruiken