Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- verkleuren:
- kleuren:
-
Wiktionary:
- kleuren → colorar, colorear, teñir
- kleuren → colorar, colorear, teñir, ponerse colorado, pigmentar, bandera, estandarte, ponerse rojo, sonrojarse, abochornar
Niederländisch
Detailübersetzungen für verkleuren (Niederländisch) ins Spanisch
verkleuren:
-
verkleuren (vaal worden; vervagen; vervalen; verschieten)
-
verkleuren (van kleur veranderen)
Konjugationen für verkleuren:
o.t.t.
- verkleur
- verkleurt
- verkleurt
- verkleuren
- verkleuren
- verkleuren
o.v.t.
- verkleurde
- verkleurde
- verkleurde
- verkleurden
- verkleurden
- verkleurden
v.t.t.
- ben verkleurd
- bent verkleurd
- is verkleurd
- zijn verkleurd
- zijn verkleurd
- zijn verkleurd
v.v.t.
- was verkleurd
- was verkleurd
- was verkleurd
- waren verkleurd
- waren verkleurd
- waren verkleurd
o.t.t.t.
- zal verkleuren
- zult verkleuren
- zal verkleuren
- zullen verkleuren
- zullen verkleuren
- zullen verkleuren
o.v.t.t.
- zou verkleuren
- zou verkleuren
- zou verkleuren
- zouden verkleuren
- zouden verkleuren
- zouden verkleuren
diversen
- verkleur!
- verkleurt!
- verkleurd
- verkleurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verkleuren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
descolorarse | van kleur veranderen; verkleuren | tanen; verbleken; vervagen |
descolorirse | van kleur veranderen; verkleuren | |
empalidecer | vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen | bleek worden; tanen; verbleken; vervagen; wit worden |
palidecer | vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen | bleek worden; verbleken; wit wegtrekken; wit worden |
ponerse pálido | vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen | bleek worden; verbleken; wit worden |
Verwandte Wörter für "verkleuren":
kleuren:
-
kleuren (tinten)
-
kleuren (blozen; gloeien; rood worden)
colorear; ponerse colorado; ruborizarse; estar al rojo vivo; iluminar; estar latente; arder; sonrojarse; enrojecer; avergonzarse; abochornarse; arder sin llama-
colorear Verb
-
ponerse colorado Verb
-
ruborizarse Verb
-
estar al rojo vivo Verb
-
iluminar Verb
-
estar latente Verb
-
arder Verb
-
sonrojarse Verb
-
enrojecer Verb
-
avergonzarse Verb
-
abochornarse Verb
-
arder sin llama Verb
-
Konjugationen für kleuren:
o.t.t.
- kleur
- kleurt
- kleurt
- kleuren
- kleuren
- kleuren
o.v.t.
- kleurde
- kleurde
- kleurde
- kleurden
- kleurden
- kleurden
v.t.t.
- heb gekleurd
- hebt gekleurd
- heeft gekleurd
- hebben gekleurd
- hebben gekleurd
- hebben gekleurd
v.v.t.
- had gekleurd
- had gekleurd
- had gekleurd
- hadden gekleurd
- hadden gekleurd
- hadden gekleurd
o.t.t.t.
- zal kleuren
- zult kleuren
- zal kleuren
- zullen kleuren
- zullen kleuren
- zullen kleuren
o.v.t.t.
- zou kleuren
- zou kleuren
- zou kleuren
- zouden kleuren
- zouden kleuren
- zouden kleuren
en verder
- ben gekleurd
- bent gekleurd
- is gekleurd
- zijn gekleurd
- zijn gekleurd
- zijn gekleurd
diversen
- kleur!
- kleurt!
- gekleurd
- kleurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für kleuren:
Verwandte Wörter für "kleuren":
Wiktionary Übersetzungen für kleuren:
kleuren
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kleuren | → colorar; colorear; teñir | ↔ color — give something color |
• kleuren | → colorear | ↔ color — draw using crayons |
• kleuren | → ponerse colorado | ↔ color — become red through increased blood flow |
• kleuren | → pigmentar | ↔ pigment — To add color or pigment |
• kleuren | → colorear | ↔ colorer — revêtir de telle ou telle couleur. |
• kleuren | → bandera; estandarte | ↔ drapeau — pièce d’étoffe qu’on attacher à une espèce de lance, de manière qu’elle pouvoir se déployer et flotter au vent, et qui sert à donner un signal, à indiquer un point de ralliement, à distinguer la nation ou le groupement d’individus qui l’[ |
• kleuren | → ponerse rojo; sonrojarse; abochornar | ↔ rougir — trans|fr rendre rouge ; peindre ou teindre en rouge. |