Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. verlevendigen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verlevendigen (Niederländisch) ins Spanisch

verlevendigen:

verlevendigen Verb (verlevendig, verlevendigt, verlevendigde, verlevendigden, verlevendigd)

  1. verlevendigen (opwekken; tot leven wekken; activeren; reanimeren; opleven)
  2. verlevendigen (verfrissen; opfrissen; verkwikken)
  3. verlevendigen (opfrissen; verfrissen; verkwikken; verkoelen)

Konjugationen für verlevendigen:

o.t.t.
  1. verlevendig
  2. verlevendigt
  3. verlevendigt
  4. verlevendigen
  5. verlevendigen
  6. verlevendigen
o.v.t.
  1. verlevendigde
  2. verlevendigde
  3. verlevendigde
  4. verlevendigden
  5. verlevendigden
  6. verlevendigden
v.t.t.
  1. heb verlevendigd
  2. hebt verlevendigd
  3. heeft verlevendigd
  4. hebben verlevendigd
  5. hebben verlevendigd
  6. hebben verlevendigd
v.v.t.
  1. had verlevendigd
  2. had verlevendigd
  3. had verlevendigd
  4. hadden verlevendigd
  5. hadden verlevendigd
  6. hadden verlevendigd
o.t.t.t.
  1. zal verlevendigen
  2. zult verlevendigen
  3. zal verlevendigen
  4. zullen verlevendigen
  5. zullen verlevendigen
  6. zullen verlevendigen
o.v.t.t.
  1. zou verlevendigen
  2. zou verlevendigen
  3. zou verlevendigen
  4. zouden verlevendigen
  5. zouden verlevendigen
  6. zouden verlevendigen
diversen
  1. verlevendig!
  2. verlevendigt!
  3. verlevendigd
  4. verlevendigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verlevendigen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
amenizar opluisteren; tooien; versieren
animar aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; prikkel; stimuleren; toejuichen
enfriar afkoelen; verkoelen
refrigerar afkoelen; bekoelen; verkoelen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
amenizar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen aangenaam maken; veraangenamen
animar activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen aanblazen; aandrijven; aanjagen; aanleiding geven tot; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; activeren; animeren; bemoedigen; bezielen; blij maken; doen opvlammen; een inspirerende werking hebben; fleurig maken; iemand motiveren; iemand opstoken; inspireren; instigeren; motiveren; opbeuren; opfleuren; opfokken; ophitsen; opjutten; opkalefateren; opknappen; opkrikken; oplappen; opmonteren; oppeppen; opruien; opstoken; opvijzelen; opvrolijken; opwekken; opzetten; poken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; uitdagen; uitlokken; verkwikken; vrolijker worden
arreglarse un poco opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
dar viveza a activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen aanmoedigen; activeren; bezielen; oppeppen; opwekken; stimuleren
darse un refrescón opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen verfrissen; verkwikken; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
enfriar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen
enfriarse opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen afkoelen; bekoelen; koel worden; koud worden
entusiasmar activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen aanmoedigen; aanvuren; activeren; bezielen; een inspirerende werking hebben; inspireren; oppeppen; opwekken; stimuleren; toejuichen
excitar activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen aanmoedigen; aanroeren; aansporen; aanstippen; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; activeren; animeren; bezielen; even aanraken; instigeren; ontlokken; opfokken; ophitsen; opjutten; oppeppen; opruien; opstoken; opvrijen; opwekken; opwinden; opzwepen; poken; prikkelen; provoceren; sterk prikkelen; stimuleren
inspirar activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen adviseren; bezielen; een inspirerende werking hebben; erin blazen; iets aanraden; inblazen; inboezemen; ingeven; inspireren; raden; suggereren
refrescar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen afkoelen; fleurig maken; hernieuwen; koel worden; lessen; opfleuren; opnieuw doen; overdoen; restaureren; stillen; verfrissen; verkwikken; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
refrigerar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen afkoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkoelen
sanar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen cureren; genezen; gezond maken; opknappen; renoveren; restaureren

Wiktionary Übersetzungen für verlevendigen:


Cross Translation:
FromToVia
verlevendigen animar animerdouer de vie un corps organiser.