Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. versnoepen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für versnoepen (Niederländisch) ins Spanisch

versnoepen:

versnoepen Verb (versnoep, versnoept, versnoepte, versnoepten, versnoept)

  1. versnoepen

Konjugationen für versnoepen:

o.t.t.
  1. versnoep
  2. versnoept
  3. versnoept
  4. versnoepen
  5. versnoepen
  6. versnoepen
o.v.t.
  1. versnoepte
  2. versnoepte
  3. versnoepte
  4. versnoepten
  5. versnoepten
  6. versnoepten
v.t.t.
  1. heb versnoept
  2. hebt versnoept
  3. heeft versnoept
  4. hebben versnoept
  5. hebben versnoept
  6. hebben versnoept
v.v.t.
  1. had versnoept
  2. had versnoept
  3. had versnoept
  4. hadden versnoept
  5. hadden versnoept
  6. hadden versnoept
o.t.t.t.
  1. zal versnoepen
  2. zult versnoepen
  3. zal versnoepen
  4. zullen versnoepen
  5. zullen versnoepen
  6. zullen versnoepen
o.v.t.t.
  1. zou versnoepen
  2. zou versnoepen
  3. zou versnoepen
  4. zouden versnoepen
  5. zouden versnoepen
  6. zouden versnoepen
diversen
  1. versnoep!
  2. versnoept!
  3. versnoept
  4. versnoepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für versnoepen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gastar en dulces versnoepen
gastar en golosinas versnoepen