Niederländisch
Detailübersetzungen für vertimmeren (Niederländisch) ins Spanisch
vertimmeren:
-
vertimmeren (verbouwen)
renovar; reconstruir; reformar; remodelar; modificar; transformar-
renovar Verb
-
reconstruir Verb
-
reformar Verb
-
remodelar Verb
-
modificar Verb
-
transformar Verb
-
Konjugationen für vertimmeren:
o.t.t.
- vertimmer
- vertimmert
- vertimmert
- vertimmeren
- vertimmeren
- vertimmeren
o.v.t.
- vertimmerde
- vertimmerde
- vertimmerde
- vertimmerden
- vertimmerden
- vertimmerden
v.t.t.
- heb vertimmerd
- hebt vertimmerd
- heeft vertimmerd
- hebben vertimmerd
- hebben vertimmerd
- hebben vertimmerd
v.v.t.
- had vertimmerd
- had vertimmerd
- had vertimmerd
- hadden vertimmerd
- hadden vertimmerd
- hadden vertimmerd
o.t.t.t.
- zal vertimmeren
- zult vertimmeren
- zal vertimmeren
- zullen vertimmeren
- zullen vertimmeren
- zullen vertimmeren
o.v.t.t.
- zou vertimmeren
- zou vertimmeren
- zou vertimmeren
- zouden vertimmeren
- zouden vertimmeren
- zouden vertimmeren
diversen
- vertimmer!
- vertimmert!
- vertimmerd
- vertimmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze