Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. volmondig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für volmondig (Niederländisch) ins Spanisch

volmondig:

volmondig Adjektiv

  1. volmondig
    abierto; sincero; franco; incondicional

Übersetzung Matrix für volmondig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
franco franc; frank
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abierto volmondig aangebroken; attent; benaderbaar; cru; frank; galant; genaakbaar; geopend; hoffelijk; met open vizier; niet dicht; onbevangen; onbewimpeld; onomwonden; ontsloten; ontvankelijk; onverbloemd; onverholen; open; openbaar; opengelegd; opengemaakt; opengesprongen; opengesteld; openhartig; openlijk; openstaand; oprecht; publiek; rechttoe; rechttoe rechtaan; ridderlijk; rondborstig; ronduit; toegankelijk; vatbaar; voorkomend; vrij; vrijelijk; vrijuit
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
franco volmondig eerlijk; fideel; franco; frank; gratis; kosteloos; onbelemmerd; onbevangen; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverholen; onverhuld; open; openhartig; oprecht; pro deo; rechttoe; rondborstig; ronduit; trouwhartig; voor niets; vrachtvrij; vrij; vrijelijk; vrijuit; zonder kosten
incondicional volmondig absoluut; faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; vierkant; volstrekt; zeker
sincero volmondig braaf; diep; diepgevoeld; echt; eerlijk; fair; fideel; gemeend; goedbedoeld; innig; intens; intensief; intiem; menens; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig; van harte; vertrouwelijk; vrij; vrijelijk; vrijuit; welgemeend

Verwandte Wörter für "volmondig":

  • volmondige