Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. voorbehoud:
  2. voorbehouden:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für voorbehoud (Niederländisch) ins Spanisch

voorbehoud:

voorbehoud [het ~] Nomen

  1. het voorbehoud
    la reserva
  2. het voorbehoud (voorwaarde; restrictie)
    la reserva; el requisito; la condición; la restricción; la limitación; la salvedad; el límites

Übersetzung Matrix für voorbehoud:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
condición restrictie; voorbehoud; voorwaarde beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; geestesgesteldheid; geestestoestand; kriterium; premisse; psychische toestand; staat; toestand; vereiste; voorwaarde; vorm
limitación restrictie; voorbehoud; voorwaarde begrenzing; grens; inperking; limiet
límites restrictie; voorbehoud; voorwaarde begrenzing; grens; grenzen; limiet; limieten
requisito restrictie; voorbehoud; voorwaarde beding; begeren; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; lust; smachten; verlangen; voorwaarde; wensen; zucht
reserva restrictie; voorbehoud; voorwaarde plaatsbespreking; reserve; reservering; teruggetrokkenheid
restricción restrictie; voorbehoud; voorwaarde beding; begrenzing; beknotting; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; grens; inkrimping; kleiner maken; kriterium; limiet; reduceren; restrictie; voorwaarde
salvedad restrictie; voorbehoud; voorwaarde

Verwandte Wörter für "voorbehoud":


Wiktionary Übersetzungen für voorbehoud:


Cross Translation:
FromToVia
voorbehoud condición caveat — a qualification or exemption
voorbehoud almacén; depósito réserveaction de réserver.

voorbehoud form of voorbehouden:

voorbehouden Verb (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)

  1. voorbehouden (reserveren)

Konjugationen für voorbehouden:

o.t.t.
  1. behoud voor
  2. behoudt voor
  3. behoudt voor
  4. behouden voor
  5. behouden voor
  6. behouden voor
o.v.t.
  1. behield voor
  2. behield voor
  3. behield voor
  4. behielden voor
  5. behielden voor
  6. behielden voor
v.t.t.
  1. heb voorbehouden
  2. hebt voorbehouden
  3. heeft voorbehouden
  4. hebben voorbehouden
  5. hebben voorbehouden
  6. hebben voorbehouden
v.v.t.
  1. had voorbehouden
  2. had voorbehouden
  3. had voorbehouden
  4. hadden voorbehouden
  5. hadden voorbehouden
  6. hadden voorbehouden
o.t.t.t.
  1. zal voorbehouden
  2. zult voorbehouden
  3. zal voorbehouden
  4. zullen voorbehouden
  5. zullen voorbehouden
  6. zullen voorbehouden
o.v.t.t.
  1. zou voorbehouden
  2. zou voorbehouden
  3. zou voorbehouden
  4. zouden voorbehouden
  5. zouden voorbehouden
  6. zouden voorbehouden
diversen
  1. behoud voor!
  2. behoudt voor!
  3. voorbehouden
  4. voorbehoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für voorbehouden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dejar de lado reserveren; voorbehouden achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden
reservarse reserveren; voorbehouden achterhouden; behouden; onthouden; opnemen; opslaan; opzijleggen; reserveren; terughouden

Verwandte Wörter für "voorbehouden":


Verwandte Übersetzungen für voorbehoud