Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->übersetze zwelling

übersetze zwelling von Niederländische ins Spanisch

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

zwelling:
- hinchamiento; hinchazón; bulto; bollo; punto hinchado
Wiktionary:
- zwelling → hinchazón

Niederländisch

Detailübersetzungen für zwelling (Niederländisch) ins Spanisch

zwelling:

zwelling [de ~ (v)] Nomen

de zwelling (bolling; steenpuist; bobbel; bult; opgezwollen plek; dikte; buil)
el hinchamiento; la hinchazón
- hinchamiento [el ~] Nomen
- hinchazón [la ~] Nomen
de zwelling (opgezwollen plek; opzetting)
el hinchazón
- hinchazón [el ~] Nomen
de zwelling (bolling; bobbel; pukkel; opzetting; bult; buil; opgezwollen plek)
el bulto; el bollo; la hinchazón; el punto hinchado
- bulto [el ~] Nomen
- bollo [el ~] Nomen
- hinchazón [la ~] Nomen
- punto hinchado [el ~] Nomen

Übersetzung Matrix für zwelling:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bollo	bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling	bal; bluts; bol wol; broodje; deuk; gezwel; harses; instulping; kadetje; kleine punt; knobbel; knoest; kwast; puntje; tumor
bulto	bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling	baal; bobbel; bochel; buil; bult; gezwel; hobbeling; kneuswond; kneuzing; knobbel; knoest; kwast; letsel; moot; pak; plak; rugzak; tranche; tumor; uitpuiling; uitstulping
hinchamiento	bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling
hinchazón	bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; steenpuist; zwelling	aangroei; aanwas; buil; bult; declamatie; gezwollenheid; holle hoogdravendheid; kneuswond; kneuzing; knobbel; knoest; kwast; letsel; opgeblazenheid; opgezetheid; uitdijen; uitdijing; verdikking
punto hinchado	bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling

Verwandte Wörter für "zwelling":

zwellingen

Wiktionary Übersetzungen für zwelling:

zwelling

noun

het zwellen
- zwelling → hinchazón