Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. overdoen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overdoen (Niederländisch) ins Französisch

overdoen:

overdoen Verb (overdoe, overdoet, overdeed, overdeden, overdaan)

  1. overdoen (opnieuw doen; hernieuwen)
    recommencer; refaire
    • recommencer Verb (recommence, recommences, recommençons, recommencez, )
    • refaire Verb (refais, refait, refaisons, refaites, )

Konjugationen für overdoen:

o.t.t.
  1. overdoe
  2. overdoet
  3. overdoet
  4. overdoen
  5. overdoen
  6. overdoen
o.v.t.
  1. overdeed
  2. overdeed
  3. overdeed
  4. overdeden
  5. overdeden
  6. overdeden
v.t.t.
  1. heb overdaan
  2. hebt overdaan
  3. heeft overdaan
  4. hebben overdaan
  5. hebben overdaan
  6. hebben overdaan
v.v.t.
  1. had overdaan
  2. had overdaan
  3. had overdaan
  4. hadden overdaan
  5. hadden overdaan
  6. hadden overdaan
o.t.t.t.
  1. zal overdoen
  2. zult overdoen
  3. zal overdoen
  4. zullen overdoen
  5. zullen overdoen
  6. zullen overdoen
o.v.t.t.
  1. zou overdoen
  2. zou overdoen
  3. zou overdoen
  4. zouden overdoen
  5. zouden overdoen
  6. zouden overdoen
en verder
  1. is overdaan
  2. zijn overdaan
diversen
  1. overdoe!
  2. overdoet!
  3. overdaan
  4. overdoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overdoen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
recommencer hernieuwen; opnieuw doen; overdoen
refaire hernieuwen; opnieuw doen; overdoen de draad weer oppakken; hernemen; herscheppen; hervatten; opnieuw beginnen; regenereren

Wiktionary Übersetzungen für overdoen:

overdoen
verb
  1. opnieuw doen
overdoen
verb
  1. Réparer, raccommoder, rajuster une chose ruinée ou abîmée. (Sens général)
  2. aliéner une chose, transporter, céder à quelqu’un la propriété d’une chose pour un certain prix, contre une somme d'argent.

Verwandte Übersetzungen für overdoen