Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->Suche: schil

Niederländische und französische Suchergebnisse für: schil

Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. schil:
  2. schillen:
  3. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für schil (Niederländisch) ins Französisch

schil:

schil [de ~] Nomen

  1. de schil (bolster; schaal; dop)
    l'écale; le brou
  2. de schil (peul; vel)
    la peau; la pelure; l'écorce; la cosse; la gousse

Übersetzung Matrix für schil:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brou bolster; dop; schaal; schil
cosse peul; schil; vel
gousse peul; schil; vel peulvrucht
peau peul; schil; vel dun huidje; hachje; huid; membraan; omhulling; schaal; schelp; vel; velletje; vlies
pelure peul; schil; vel
écale bolster; dop; schaal; schil bast; schors
écorce peul; schil; vel bast; boomschors; korst; korstje; kurk; omhulling; roof; schaal; schelp; schors; stukje schors; wondkorst

Verwandte Wörter für "schil":


Wiktionary Übersetzungen für schil:

schil
noun
  1. enveloppe extérieure de l’œuf.
  2. Partie superficielle et protectrice des arbres et des végétaux
Cross Translation:
FromToVia
• schil → pelure; épluchure ↔ peel — skin of a fruit
• schil → pelure; croûte ↔ rind — hard outer layer of fruit, cheese

schillen:

schillen Verb (schil, schilt, schilde, schilden, geschild)

  1. schillen (pellen; jassen)
    éplucher; peler; se peler
    • éplucher Verb (épluche, épluches, épluchons, épluchez, )
    • peler Verb (pèle, pèles, pelons, pelez, )
    • se peler Verb

Konjugationen für schillen:

o.t.t.
  1. schil
  2. schilt
  3. schilt
  4. schillen
  5. schillen
  6. schillen
o.v.t.
  1. schilde
  2. schilde
  3. schilde
  4. schilden
  5. schilden
  6. schilden
v.t.t.
  1. heb geschild
  2. hebt geschild
  3. heeft geschild
  4. hebben geschild
  5. hebben geschild
  6. hebben geschild
v.v.t.
  1. had geschild
  2. had geschild
  3. had geschild
  4. hadden geschild
  5. hadden geschild
  6. hadden geschild
o.t.t.t.
  1. zal schillen
  2. zult schillen
  3. zal schillen
  4. zullen schillen
  5. zullen schillen
  6. zullen schillen
o.v.t.t.
  1. zou schillen
  2. zou schillen
  3. zou schillen
  4. zouden schillen
  5. zouden schillen
  6. zouden schillen
en verder
  1. ben geschild
  2. bent geschild
  3. is geschild
  4. zijn geschild
  5. zijn geschild
  6. zijn geschild
diversen
  1. schil!
  2. schilt!
  5. geschild
  6. schillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schillen [de ~] Nomen, Plural

  1. de schillen
    la peaux

Übersetzung Matrix für schillen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
peaux schillen dierenhuiden; huiden; vellen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
peler jassen; pellen; schillen afschilferen; schilferen; vervellen
se peler jassen; pellen; schillen
éplucher jassen; pellen; schillen doppen; pellen

Verwandte Wörter für "schillen":


Wiktionary Übersetzungen für schillen:

schillen
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. Enlever la peau
Cross Translation:
FromToVia
• schillen → éplucher; peler ↔ pare — To remove the outer covering or skin of something with a knife
• schillen → rogner ↔ pare — To reduce or trim something (as if) by cutting off
• schillen → peler; éplucher; décortiquer ↔ peel — to remove skin
• schillen → distinguer ↔ unterscheiden — (reflexiv) sich (von etwas/ jemandem) unterscheiden: anders sein (als etwas/ jemand)







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0412 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden