Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. overwinnen:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for overwinnen:
    • surmonter


Niederländisch

Detailübersetzungen für overwinnen (Niederländisch) ins Französisch

overwinnen:

overwinnen Verb (overwin, overwint, overwon, overwonnen, overwonnen)

  1. overwinnen (winnen; te boven komen; verslaan)
    vaincre; triompher; gagner; remporter une victoire
    • vaincre Verb (vaincs, vainc, vainquons, vainquez, )
    • triompher Verb (triomphe, triomphes, triomphons, triomphez, )
    • gagner Verb (gagne, gagnes, gagnons, gagnez, )

Konjugationen für overwinnen:

o.t.t.
  1. overwin
  2. overwint
  3. overwint
  4. overwinnen
  5. overwinnen
  6. overwinnen
o.v.t.
  1. overwon
  2. overwon
  3. overwon
  4. overwonnen
  5. overwonnen
  6. overwonnen
v.t.t.
  1. heb overwonnen
  2. hebt overwonnen
  3. heeft overwonnen
  4. hebben overwonnen
  5. hebben overwonnen
  6. hebben overwonnen
v.v.t.
  1. had overwonnen
  2. had overwonnen
  3. had overwonnen
  4. hadden overwonnen
  5. hadden overwonnen
  6. hadden overwonnen
o.t.t.t.
  1. zal overwinnen
  2. zult overwinnen
  3. zal overwinnen
  4. zullen overwinnen
  5. zullen overwinnen
  6. zullen overwinnen
o.v.t.t.
  1. zou overwinnen
  2. zou overwinnen
  3. zou overwinnen
  4. zouden overwinnen
  5. zouden overwinnen
  6. zouden overwinnen
en verder
  1. ben overwonnen
  2. bent overwonnen
  3. is overwonnen
  4. zijn overwonnen
  5. zijn overwonnen
  6. zijn overwonnen
diversen
  1. overwin!
  2. overwint!
  3. overwonnen
  4. overwinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overwinnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gagner overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen behalen; bekruipen; besparen; binnenbrengen; binnenhalen; de overwinning behalen; eigen maken; geld besparen; gewinnen; halen; het gevoel krijgen; iets bemachtigen; kopen; matigen; minder gebruiken; overmannen; overmeesteren; overweldigen; pakken; te pakken krijgen; verdienen; verkrijgen; verwerven; winnen; zegevieren; zich meester maken van
remporter une victoire overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen de overwinning behalen; winnen; zegevieren
triompher overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen de overwinning behalen; jubelen; juichen; triomferen; winnen; zegepralen; zegevieren
vaincre overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen de overwinning behalen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; winnen; zegevieren; zich meester maken van

Wiktionary Übersetzungen für overwinnen: