Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. kwijten:
  2. Wiktionary:
    • kwijten → s'acquitter de


Niederländisch

Detailübersetzungen für kwijten (Niederländisch) ins Französisch

kwijten:

kwijten Verb (kwijt, kweet, kweten, gekweten)

  1. kwijten

Konjugationen für kwijten:

o.t.t.
  1. kwijt
  2. kwijt
  3. kwijt
  4. kwijten
  5. kwijten
  6. kwijten
o.v.t.
  1. kweet
  2. kweet
  3. kweet
  4. kweten
  5. kweten
  6. kweten
v.t.t.
  1. heb gekweten
  2. hebt gekweten
  3. heeft gekweten
  4. hebben gekweten
  5. hebben gekweten
  6. hebben gekweten
v.v.t.
  1. had gekweten
  2. had gekweten
  3. had gekweten
  4. hadden gekweten
  5. hadden gekweten
  6. hadden gekweten
o.t.t.t.
  1. zal kwijten
  2. zult kwijten
  3. zal kwijten
  4. zullen kwijten
  5. zullen kwijten
  6. zullen kwijten
o.v.t.t.
  1. zou kwijten
  2. zou kwijten
  3. zou kwijten
  4. zouden kwijten
  5. zouden kwijten
  6. zouden kwijten
diversen
  1. kwijt!
  2. kwijt!
  3. gekweten
  4. kwijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kwijten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
accomplir son devoir kwijten
s'acquitter de kwijten aanzuiveren; afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; betalen; beëindigen; completeren; doen; een einde maken aan; genoegdoen; handelen; klaarkrijgen; klaarmaken; nabetalen; uitrichten; uitvoeren; vereffenen; verrichten; volbrengen; voldoen; volmaken; voltooien; zich kwijten

Wiktionary Übersetzungen für kwijten:

kwijten
verb
  1. een belofte inlossen of aan een verplichting voldoen
    • kwijten → s'acquitter de

Verwandte Übersetzungen für kwijten