Französisch
Detailübersetzungen für affecteren (Französisch) ins Niederländisch
affecteren: (*Wort und Satz getrennt)
- affecté: getroffen; geraakt; aangeslagen; kapot van; geëmotioneerd; aangegrepen; aangedaan; bewogen; geroerd; overdreven; theatraal; aanstellerig; gezocht; geaffecteerd; gewrongen; kunstmatig; gemaakt; gedwongen; onnatuurlijk; bekakt; geforceerd; gekunsteld; dikdoenerig; gemaakte gevoelens; ontroerd
- rené: herboren
- affecter: huichelen; reserveren; behouden; achterhouden; terughouden; opzijleggen