Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->Suche: finaal

Niederländische und französische Suchergebnisse für: finaal

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

finaal:
- dernière; final; dernier; totalement; total
Wiktionary:
- finaal → du tout au tout
- finaal → entièrement, totalement, dernier, ultime

Niederländisch

Detailübersetzungen für finaal (Niederländisch) ins Französisch

finaal:

finaal Adjektiv

finaal (achterste; laatste)
dernière; final; dernier
- dernière Adjektiv
- final Adjektiv
- dernier Adjektiv
finaal (faliekant; helemaal; volstrekt; hartstikke; vierkant)
totalement; total
- totalement Adjektiv
- total Adjektiv

Übersetzung Matrix für finaal:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dernier		achterste; de laatste van de rij; de laatste van de stoet; hekkensluiter; laatste; vorige
dernière		achterste; de laatste van de rij; de laatste van de stoet; hekkensluiter; laatste
final		finale; laatste opvoering; slotstuk; sluitstuk
total		complete som; conclusie; eindsom; gevolgtrekking; slotsom; slotsommen; totaalbedrag; totaalbedragen; volledige bedrag
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dernier	achterste; finaal; laatste	allernieuwste; ex; geavanceerde; geweest; gewezen; jongstleden; laatste; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
dernière	achterste; finaal; laatste
final	achterste; finaal; laatste	absoluut; definitieve; foutloos; onvoorwaardelijk; perfect; pertinent; ten enenmale; ten laatste; ten langen leste; vast en zeker; vaststaand; volmaakt; volstrekt; zeker
total	faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt	allemaal; alles; compleet; foutloos; gehele; helemaal; integraal; perfect; totaal; volledig; volmaakt
totalement	faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt	absoluut; allemaal; alles; compleet; grondig; helemaal; in het geheel; integraal; totaal; volkomen; volledig

Verwandte Wörter für "finaal":

finale

Wiktionary Übersetzungen für finaal:

finaal

adverb

Se dit de la différence entre deux choses que quelqu’un compare ensemble et qui diffèrent extrêmement l’une de l’autre.
- du tout au tout → finaal

D'une manière entière.
- entièrement → finaal; heel; geheel; helemaal; totaal; volkomen; volledig; ten volle; voluit; compleet; totaliter
-
- totalement → finaal; heel; geheel; helemaal; totaal; volkomen; volledig

Cross Translation:

From	To	Via
• finaal	→ dernier; ultime	↔ final — last; ultimate

Französisch

Detailübersetzungen für finaal (Französisch) ins Niederländisch

finaal: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

fin: einde; slot; sluiting; beëindiging; eind; ontknoping; fijn; subtiel; end; dun; slank; finale; rank; tenger; fijngebouwd; meet; eindpunt; finish; eindstreep; finishlijn; slim; uitgeslapen; scherpzinnig; sluitstuk; schrander; slotstuk; laatste opvoering; eindigen; conclusie; scherp; fel; link; ophouden; staken; kappen; bijdehand; elegant; raak; uiteinde; afhaken; sluw; sierlijk; gevat; geslepen; delicaat; geraffineerd; uitscheiden; kwetsend; listig; gracieus; fijngevoelig; adrem; leep; slinks; vinnig; doortrapt; gewiekst; gehaaid; slotbeschouwing; fijnzinnig; hanig; pinnig; snedig; teergevoelig; snibbig; grievend; krenkend; arglistig; vlijmend; fijn van smaak; lichtgebouwd; teerbesnaard
AAL: AAL; ATM-aanpassingslaag
Fin: Beëindigen