Niederländisch
Detailübersetzungen für insteken (Niederländisch) ins Französisch
insteken:
-
insteken (binnensteken)
enfoncer dans; percer-
enfoncer dans Verb
-
percer Verb (perce, perces, perçons, percez, percent, perçais, perçait, percions, perciez, perçaient, perçai, perças, perça, perçâmes, perçâtes, percèrent, percerai, perceras, percera, percerons, percerez, perceront)
-
Konjugationen für insteken:
o.t.t.
- steek in
- steekt in
- steekt in
- steken in
- steken in
- steken in
o.v.t.
- stak in
- stak in
- stak in
- staken in
- staken in
- staken in
v.t.t.
- heb ingestoken
- hebt ingestoken
- heeft ingestoken
- hebben ingestoken
- hebben ingestoken
- hebben ingestoken
v.v.t.
- had ingestoken
- had ingestoken
- had ingestoken
- hadden ingestoken
- hadden ingestoken
- hadden ingestoken
o.t.t.t.
- zal insteken
- zult insteken
- zal insteken
- zullen insteken
- zullen insteken
- zullen insteken
o.v.t.t.
- zou insteken
- zou insteken
- zou insteken
- zouden insteken
- zouden insteken
- zouden insteken
en verder
- is er ingestoken
diversen
- steek in!
- steekt in!
- ingestoken
- instekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für insteken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
enfoncer dans | binnensteken; insteken | binnenrammen; erin steken |
percer | binnensteken; insteken | aanboren; beseffen; boren; doorboren; doorbreken; doordringen; doorkomen; doorlekken; doorprikken; doorschijnen; doorsteken; doorzien; erdoor steken; gaatjes maken in; inprenten; inprikken; inzien; laten doorsijpelen; omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; onderkennen; op het hart drukken; openprikken; opensteken; penetreren; percoleren; perforeren; ploegen; priemen; prikken in; realiseren; spitten |