Niederländisch
Detailübersetzungen für van zijn stuk brengen (Niederländisch) ins Französisch
van zijn stuk brengen:
van zijn stuk brengen Verb (breng van zijn stuk, brengt van zijn stuk, bracht van zijn stuk, brachten van zijn stuk, van zijn stuk gebracht)
-
van zijn stuk brengen (verwarren; ontredderen; in de war brengen)
dérouter; déconcerter-
dérouter Verb
-
déconcerter Verb (déconcerte, déconcertes, déconcertons, déconcertez, déconcertent, déconcertais, déconcertait, déconcertions, déconcertiez, déconcertaient, déconcertai, déconcertas, déconcerta, déconcertâmes, déconcertâtes, déconcertèrent, déconcerterai, déconcerteras, déconcertera, déconcerterons, déconcerterez, déconcerteront)
-
Konjugationen für van zijn stuk brengen:
o.t.t.
- breng van zijn stuk
- brengt van zijn stuk
- brengt van zijn stuk
- brengen van zijn stuk
- brengen van zijn stuk
- brengen van zijn stuk
o.v.t.
- bracht van zijn stuk
- bracht van zijn stuk
- bracht van zijn stuk
- brachten van zijn stuk
- brachten van zijn stuk
- brachten van zijn stuk
v.t.t.
- heb van zijn stuk gebracht
- hebt van zijn stuk gebracht
- heeft van zijn stuk gebracht
- hebben van zijn stuk gebracht
- hebben van zijn stuk gebracht
- hebben van zijn stuk gebracht
v.v.t.
- had van zijn stuk gebracht
- had van zijn stuk gebracht
- had van zijn stuk gebracht
- hadden van zijn stuk gebracht
- hadden van zijn stuk gebracht
- hadden van zijn stuk gebracht
o.t.t.t.
- zal van zijn stuk brengen
- zult van zijn stuk brengen
- zal van zijn stuk brengen
- zullen van zijn stuk brengen
- zullen van zijn stuk brengen
- zullen van zijn stuk brengen
o.v.t.t.
- zou van zijn stuk brengen
- zou van zijn stuk brengen
- zou van zijn stuk brengen
- zouden van zijn stuk brengen
- zouden van zijn stuk brengen
- zouden van zijn stuk brengen
en verder
- ben van zijn stuk gebracht
- bent van zijn stuk gebracht
- is van zijn stuk gebracht
- zijn van zijn stuk gebracht
- zijn van zijn stuk gebracht
- zijn van zijn stuk gebracht
diversen
- breng van zijn stuk!
- brengt van zijn stuk!
- van zijn stuk gebracht
- van zijn stuk brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für van zijn stuk brengen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
déconcerter | in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren | |
dérouter | in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren |
Wiktionary Übersetzungen für van zijn stuk brengen:
van zijn stuk brengen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• van zijn stuk brengen | → énerver | ↔ upset — make (a person) angry, distressed or unhappy |