Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. bepantseren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bepantseren (Niederländisch) ins Französisch

bepantseren:

bepantseren Verb (bepantser, bepantsert, bepantserde, bepantserden, bepantserd)

  1. bepantseren (harnassen)
    cuirasser; armer; blinder
    • cuirasser Verb (cuirasse, cuirasses, cuirassons, cuirassez, )
    • armer Verb (arme, armes, armons, armez, )
    • blinder Verb (blinde, blindes, blindons, blindez, )

Konjugationen für bepantseren:

o.t.t.
  1. bepantser
  2. bepantsert
  3. bepantsert
  4. bepantseren
  5. bepantseren
  6. bepantseren
o.v.t.
  1. bepantserde
  2. bepantserde
  3. bepantserde
  4. bepantserden
  5. bepantserden
  6. bepantserden
v.t.t.
  1. heb bepantserd
  2. hebt bepantserd
  3. heeft bepantserd
  4. hebben bepantserd
  5. hebben bepantserd
  6. hebben bepantserd
v.v.t.
  1. had bepantserd
  2. had bepantserd
  3. had bepantserd
  4. hadden bepantserd
  5. hadden bepantserd
  6. hadden bepantserd
o.t.t.t.
  1. zal bepantseren
  2. zult bepantseren
  3. zal bepantseren
  4. zullen bepantseren
  5. zullen bepantseren
  6. zullen bepantseren
o.v.t.t.
  1. zou bepantseren
  2. zou bepantseren
  3. zou bepantseren
  4. zouden bepantseren
  5. zouden bepantseren
  6. zouden bepantseren
diversen
  1. bepantser!
  2. bepantsert!
  3. bepantserd
  4. bepantserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bepantseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
armer bepantseren; harnassen bewapenen; optooien; wapenen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
blinder bepantseren; harnassen afdekken; bewapenen; blinderen; wapenen
cuirasser bepantseren; harnassen afdekken; blinderen