Übersicht
Niederländisch nach Französisch: mehr Daten
- coördineren:
-
Wiktionary:
- coördineren → coordonner
- coördineren → coordonner
Niederländisch
Detailübersetzungen für coördineren (Niederländisch) ins Französisch
coördineren:
-
coördineren
coordonner; arranger; organiser-
coordonner Verb (coordonne, coordonnes, coordonnons, coordonnez, coordonnent, coordonnais, coordonnait, coordonnions, coordonniez, coordonnaient, coordonnai, coordonnas, coordonna, coordonnâmes, coordonnâtes, coordonnèrent, coordonnerai, coordonneras, coordonnera, coordonnerons, coordonnerez, coordonneront)
-
arranger Verb (arrange, arranges, arrangeons, arrangez, arrangent, arrangeais, arrangeait, arrangions, arrangiez, arrangeaient, arrangeai, arrangeas, arrangea, arrangeâmes, arrangeâtes, arrangèrent, arrangerai, arrangeras, arrangera, arrangerons, arrangerez, arrangeront)
-
organiser Verb (organise, organises, organisons, organisez, organisent, organisais, organisait, organisions, organisiez, organisaient, organisai, organisas, organisa, organisâmes, organisâtes, organisèrent, organiserai, organiseras, organisera, organiserons, organiserez, organiseront)
-
Konjugationen für coördineren:
o.t.t.
- coördineer
- coördineert
- coördineert
- coördineren
- coördineren
- coördineren
o.v.t.
- coördineerde
- coördineerde
- coördineerde
- coördineerden
- coördineerden
- coördineerden
v.t.t.
- heb gecoördineerd
- hebt gecoördineerd
- heeft gecoördineerd
- hebben gecoördineerd
- hebben gecoördineerd
- hebben gecoördineerd
v.v.t.
- had gecoördineerd
- had gecoördineerd
- had gecoördineerd
- hadden gecoördineerd
- hadden gecoördineerd
- hadden gecoördineerd
o.t.t.t.
- zal coördineren
- zult coördineren
- zal coördineren
- zullen coördineren
- zullen coördineren
- zullen coördineren
o.v.t.t.
- zou coördineren
- zou coördineren
- zou coördineren
- zouden coördineren
- zouden coördineren
- zouden coördineren
en verder
- ben gecoördineerd
- bent gecoördineerd
- is gecoördineerd
- zijn gecoördineerd
- zijn gecoördineerd
- zijn gecoördineerd
diversen
- coördineer!
- coördineert!
- gecoördineerd
- coördinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für coördineren:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
organiser | aanrichten | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
arranger | coördineren | afspreken; arrangeren; bedisselen; bijleggen; effenen; egaliseren; fatsoeneren; fiksen; flikken; goedmaken; groeperen; herstellen; iets op touw zetten; in goede staat brengen; in orde brengen; in orde maken; indelen; inrichten; installeren; instrumenteren; klaarspelen; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; ordenen; orkestreren; rangeren; rangordenen; rangschikken; regelen; renoveren; ruzie afsluiten; schiften; schikken; sorteren; systematiseren; uitzoeken; vereffenen; vlijen; voor elkaar krijgen |
coordonner | coördineren | |
organiser | coördineren | afspreken; arrangeren; bedisselen; huis inrichten; iets op touw zetten; plannen; regelen |
Wiktionary Übersetzungen für coördineren:
coördineren
Cross Translation:
verb
-
zo organiseren dat alles goed verloopt
- coördineren → coordonner
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• coördineren | → coordonner | ↔ coordinate — to synchronize |