Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. gepolijst:
  2. polijsten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gepolijst (Niederländisch) ins Französisch

gepolijst:

gepolijst Adjektiv

  1. gepolijst (gladgeslepen; geslepen; gladgemaakt)
    poli
  2. gepolijst (gepoetst; opgepoetst)
    poli; lissé; nettoyé

Übersetzung Matrix für gepolijst:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lissé gepoetst; gepolijst; opgepoetst
nettoyé gepoetst; gepolijst; opgepoetst keurig; netjes; proper; schoon; zorgvuldig; zuiver
poli gepoetst; gepolijst; geslepen; gladgemaakt; gladgeslepen; opgepoetst afgeslepen; attent; beleefd; beschaafd; fatsoenlijk; galant; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; hoffelijk; netjes; ontwikkeld; op een aardige manier; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed

Verwandte Wörter für "gepolijst":

  • gepolijste

polijsten:

polijsten Verb (polijst, polijstte, polijstten, gepolijst)

  1. polijsten
    polir; aplanir; planer; doucir
    • polir Verb (polis, polit, polissons, polissez, )
    • aplanir Verb (aplanis, aplanit, aplanissons, aplanissez, )
    • planer Verb (plane, planes, planons, planez, )
    • doucir Verb (doucis, doucit, doucissons, doucissez, )

Konjugationen für polijsten:

o.t.t.
  1. polijst
  2. polijst
  3. polijst
  4. polijsten
  5. polijsten
  6. polijsten
o.v.t.
  1. polijstte
  2. polijstte
  3. polijstte
  4. polijstten
  5. polijstten
  6. polijstten
v.t.t.
  1. heb gepolijst
  2. hebt gepolijst
  3. heeft gepolijst
  4. hebben gepolijst
  5. hebben gepolijst
  6. hebben gepolijst
v.v.t.
  1. had gepolijst
  2. had gepolijst
  3. had gepolijst
  4. hadden gepolijst
  5. hadden gepolijst
  6. hadden gepolijst
o.t.t.t.
  1. zal polijsten
  2. zult polijsten
  3. zal polijsten
  4. zullen polijsten
  5. zullen polijsten
  6. zullen polijsten
o.v.t.t.
  1. zou polijsten
  2. zou polijsten
  3. zou polijsten
  4. zouden polijsten
  5. zouden polijsten
  6. zouden polijsten
en verder
  1. is gepolijst
  2. zijn gepolijst
diversen
  1. polijst!
  2. polijst!
  3. gepolijst
  4. polijstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für polijsten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aplanir polijsten afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; platmaken; uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen
doucir polijsten
planer polijsten fijndrukken; gladmaken; gladwrijven; hangen; planeren; platdrukken; platmaken; pletten; zweven
polir polijsten aanzetten; afschuren; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; politoeren; raspen; schaven; scherpen; schuren; slijpen; uitslijpen; wegslijpen; wetten

Verwandte Definitionen für "polijsten":

  1. glad en glanzend schuren1
    • de diamant werd gepolijst1

Wiktionary Übersetzungen für polijsten:


Cross Translation:
FromToVia
polijsten polir polish — make a surface smooth or shiny