Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. geprononceerd:


Niederländisch

Detailübersetzungen für geprononceerd (Niederländisch) ins Französisch

geprononceerd:

geprononceerd Adjektiv

  1. geprononceerd (uitgesproken; onmiskenbaar; ondubbelzinnig; markant)

Übersetzung Matrix für geprononceerd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clair geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; begrijpelijk; bevatbaar; bevattelijk; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; eenduidig; frappant; gekuist; gereinigd; glasachtig; glashelder; glazig; hel; helder; herkenbaar; in het oog lopend; in het oog springend; inzichtelijk; klaar; klare; kristalhelder; licht; netjes; niet donker; onbewolkt; ondubbelzinnig; onknap; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; overzichtelijk; saillant; transparant; treffend; verhelderend; verstaanbaar; zuiver
prononcé geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken
sans équivoque geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken duidelijk; eenduidig; frappant; herkenbaar; in het oog lopend; in het oog springend; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
évidemment geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken 'tuurlijk; allicht; bemerkbaar; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; frappant; herkenbaar; hoorbaar; in het oog lopend; in het oog springend; logisch; merkbaar; metterdaad; natuurlijk; onontkomelijk; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tastbaar; te zien; treffend; uiteraard; vanzelfsprekend; voelbaar; waarneembaar; zeker; zichtbaar; zonder twijfel
évident geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken 'tuurlijk; aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; allicht; apert; automatisch; begrijpelijk; bemerkbaar; bijgevolg; direct; duidelijk; dus; eenduidig; flagrant; frappant; helder; herkenbaar; hoorbaar; in het oog lopend; in het oog springend; klaar als een klontje; klaarblijkelijk; klare; logisch; merkbaar; natuurlijk; ondubbelzinnig; onknap; onmiskenbaar; onontkomelijk; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; saillant; tastbaar; te zien; treffend; uiteraard; vanzelfsprekend; voelbaar; waarneembaar; zeker; zichtbaar; zo klaar als een klontje; zonder twijfel; zonneklaar

Verwandte Wörter für "geprononceerd":

  • geprononceerder, geprononceerdere