Niederländisch

Detailübersetzungen für giftigheid (Niederländisch) ins Französisch

giftigheid:

giftigheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de giftigheid (razernij; woede; toorn; kwaadheid)
    la folie; le délire; la furie; la rage; la fureur; le courroux; la frénésie; la virulence
  2. de giftigheid (venijnigheid; virulentie; venijn)
    la vilenie; la virulence; la perfidie; la méchanceté; la malveillance; la bassesse; la malignité; la venimosité
  3. de giftigheid (gif bevatten)
    le poison; le toxique; le courroux; le délire; le venin

Übersetzung Matrix für giftigheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bassesse giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boosaardigheid; doortraptheid; gemeenheid; gewiekstheid; gladheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; laaghartigheid; listigheid; slechtheid; sluwheid; snoodheid; verachtelijkheid
courroux gif bevatten; giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede gramschap; verbolgenheid
délire gif bevatten; giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede
folie giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede aardigheid; absurditeit; achterlijkheid; dwaasheid; flauwe grap; flauwiteit; geestigheid; gein; gekheid; gekkenwerk; gekkigheid; gekte; grap; humor; idioterie; jolijt; keet; krankzinnigheid; leut; lol; malheid; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid; plezier; pret; uiting van vrolijkheid; uitzinnigheid; verdwaasdheid; verdwazing; waanzin; waanzinnigheid; zotheid
frénésie giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede uitzinnigheid
fureur giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede dolheid; furie; furore; grimmigheid; razernij; verbolgenheid
furie giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede dolheid; feeks; furie; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; razernij; teef; viswijf; wildheid; woestheid
malignité giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie arglist; arglistigheid; boosaardigheid; doortraptheid; gemeenheid; geslepenheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; leepheid; linkheid; listigheid; slechtheid; sluwheid
malveillance giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boosaardigheid; gemeenheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; slechtheid
méchanceté giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boevenstreek; boosaardigheid; gemeenheid; gemene streek; hatelijke opmerking; hatelijkheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; lelijkheid; ondeugendheid; rotstreek; sarcasme; schurkachtigheid; schurkenstreek; slechtheid; slinksheid; stekeligheid; stoutheid
perfidie giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie arglist; arglistigheid; doortraptheid; geniepigheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; het niet-trouw-zijn; leepheid; linkheid; listigheid; onechtheid; ontrouw; perfidie; sluwheid; snoodheid; trouwbreuk; trouweloosheid; valsheid; verraderlijke eigenschap; verraderlijkheid
poison gif bevatten; giftigheid gif; serpent; slang; toxine; vergif; vergift
rage giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede boosheid; grimmigheid; hondsdolheid; rabiës
toxique gif bevatten; giftigheid
venimosité giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boosaardigheid; gemeenheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; slechtheid
venin gif bevatten; giftigheid gif; toxine; vergif; vergift
vilenie giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boevenstreek; boosaardigheid; doortraptheid; gemeenheid; gemene streek; gewiekstheid; gladheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; laaghartigheid; listigheid; rotstreek; schurkenstreek; slechtheid; sluwheid; snoodheid
virulence giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; venijn; venijnigheid; virulentie; woede boosaardigheid; gemeenheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; slechtheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
toxique gezondheidsbedreigend; giftig; ongezond; schadelijk voor de gezondheid; toxisch; vergiftig; vergiftigd

Verwandte Wörter für "giftigheid":


giftig:

giftig Adjektiv

  1. giftig (vergiftigd; toxisch)
    empoisonné; toxique
  2. giftig (venijnig; kwaadaardig)
  3. giftig (verbolgen; kwaad; boos; )
    fâché; furieux; enragé; hargneux; en colère; courroucé; envenimé; furieusement; en couroux
  4. giftig (zeer boos; kwaad; woedend; bitter; nijdig)
    acerbe; fâché; furieux; fâcheux; en colère; furieusement; enragé; hargneux; fâcheuse; furieuse

Übersetzung Matrix für giftig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
enragé dolleman; fanaat; fanaticus; geesteszieke; gek; ijveraar; krankzinnige; waanzinnige; zeloot
méchant eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stouterd
toxique gif bevatten; giftigheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acerbe bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos bits; bitter; bitter van smaak; bitterachtig; fel; grievend; hanig; honend; kattig; krenkend; kwetsend; onvriendelijk; pinnig; schamper; scherp; smadelijk; smadend; smalend; snauwerig; snibbig; spinnig; spottend; vinnig; vlijmend; vlijmscherp
avec méchanceté giftig; kwaadaardig; venijnig
avec virulence giftig; kwaadaardig; venijnig fel; grievend; hanig; krenkend; kwetsend; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
courroucé boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd boos; furieus; gebelgd; gekwetst; kwaad; misnoegd; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; vergramd; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woest; ziedend
dangereuse giftig; kwaadaardig; venijnig
dangereux giftig; kwaadaardig; venijnig angstaanjagend; bedreigend; gevaarlijk; onveilig
empoisonné giftig; toxisch; vergiftigd
en colère bitter; boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd; woedend; zeer boos bitter teleurgesteld; boos; dol; driftig; felle; furieus; gebelgd; gebeten; gekwetst; grimmig; hels; kwaad; laaiend; misnoegd; nijdig; ongetemd; ontstoken; ontvlamd; razend; ruig; ruw; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; wild; woedend; woest; ziedend
en couroux boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd
enragé bitter; boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd; woedend; zeer boos bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; gekwetst; grimmig; hels; kokend; kwaad; laaiend; misnoegd; nijdig; onderdrukt; ongetemd; opgekropt; razend; ruig; ruw; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; verkropt; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; wild; woedend; woest; ziedend
envenimé boos; gebelgd; giftig; kwaad; kwaadaardig; nijdig; venijnig; verbolgen; vertoornd hatelijk; stekelig; vijandig
furieuse bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; ongetemd; razend; ruig; ruw; tierend; wild; woedend; woest
furieusement bitter; boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd; woedend; zeer boos bitter teleurgesteld; boos; dol; felle; furieus; grimmig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; onderdrukt; ongetemd; opgekropt; razend; ruig; ruw; tierend; verbeten; verbitterd; verkropt; wild; woedend; woest
furieux bitter; boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd; woedend; zeer boos bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; boos; dol; felle; furieus; geweldig; grimmig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; ongetemd; razend; ruig; ruw; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; vertoornd; wild; woedend; woest; ziedend
fâcheuse bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos
fâcheux bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos boos; erg; ernstig; furieus; helaas; jammer; jammer genoeg; kwaad; kwalijk; nijdig; onverkwikkelijk; rampspoedig; razend; sneu; spijtig; spinnijdig; stuitend; toornig; van bedenkelijke aard; vertoornd; vol tegenslag; woest; ziedend
fâché bitter; boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd; woedend; zeer boos boos; furieus; gebeten; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend
hargneux bitter; boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd; woedend; zeer boos aangebrand; bits; boos; chagrijnig; furieus; gebelgd; gekwetst; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; humeurig; katterig; kattig; knorrig; kregelig; kribbig; kwaad; misnoegd; nijdig; nukkig; nurks; ontevreden; ontstemd; onvriendelijk; pinnig; pissig; prikkelbaar; razend; sikkeneurig; slecht gehumeurd; snauwerig; snibbig; spinnig; spinnijdig; toornig; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; vinnig; woest; wrevelig; ziedend
mauvais giftig; kwaadaardig; venijnig arm; donker; dubieus; duister; erg; ernstig; gemeen; glibberig; inferieur; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met slechte intentie; min; minderwaardig; niet lekker; niet smakelijk; obscuur; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; ongepast; onguur; onkies; onvertogen; slecht; snood; tweederangs; vals; van bedenkelijke aard; verdacht; verkeerd; zwak
méchant giftig; kwaadaardig; venijnig achterbaks; banaal; bar slecht; bedriegelijk; donker; doortrapt; dubieus; duister; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; honds; kwaadaardig; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; met slechte intentie; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; pesterig; plat; platvloers; schunnig; serpentachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; verdacht; vunzig
perfide giftig; kwaadaardig; venijnig achterbaks; arglistig; bedriegelijk; doortrapt; duivelachtig; duivels; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; kwaadwillig; leep; link; listig; met slechte intentie; min; nagemaakt; onecht; ontrouw; onwaar; op steelse wijze; overspelig; perfide; slecht; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt; vals
toxique giftig; toxisch; vergiftigd gezondheidsbedreigend; ongezond; schadelijk voor de gezondheid; vergiftig
venimeux giftig; kwaadaardig; venijnig hatelijk; stekelig; vergiftig; vijandig

Verwandte Wörter für "giftig":

  • giftigheid, giftiger, giftigere, giftigst, giftigste, giftige

Synonyms for "giftig":


Verwandte Definitionen für "giftig":

  1. erg kwaad1
    • ze werd giftig toen ik aan haar haren trok1
  2. waar een schadelijke of dodelijke stof in zit1
    • deze bessen zijn giftig1

Wiktionary Übersetzungen für giftig:

giftig
adjective
  1. gif bevattend
giftig
adjective
  1. vénéneux, empoisonné.
  2. Qui a du venin et un moyen de l'injecter. — usage aujourd'hui, il ne se dit proprement que des animaux.

Cross Translation:
FromToVia
giftig poisoneux; vénéneux; toxique poisonous — containing sufficient poison to be dangerous
giftig toxique toxic — having a harmful chemical nature

Computerübersetzung von Drittern: