Niederländisch
Detailübersetzungen für ingeslagen (Niederländisch) ins Französisch
ingeslagen:
Übersetzung Matrix für ingeslagen:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
brisé | ingeslagen | aan scherven; aan stukken; beschadigd; defect; gebarsten; gebroken; geknikt; geruineerd; in stukken; kapot; naar de knoppen; onklaar; stuk; stukgebroken; verbroken |
cassé | ingeslagen | aan stukken; beschadigd; defect; gebarsten; gebroken; geknikt; geruineerd; in stukken; kapot; naar de knoppen; onklaar; stuk; stukgebroken; verbroken |
Verwandte Wörter für "ingeslagen":
inslaan:
-
inslaan (stukslaan; aan stukken slaan; verbrijzelen; kapotslaan)
casser; écraser; rabattre; rompre; briser; broyer; démolir; fracasser; casser en morceaux; mettre en morceaux-
casser Verb (casse, casses, cassons, cassez, cassent, cassais, cassait, cassions, cassiez, cassaient, cassai, cassas, cassa, cassâmes, cassâtes, cassèrent, casserai, casseras, cassera, casserons, casserez, casseront)
-
écraser Verb (écrase, écrases, écrasons, écrasez, écrasent, écrasais, écrasait, écrasions, écrasiez, écrasaient, écrasai, écrasas, écrasa, écrasâmes, écrasâtes, écrasèrent, écraserai, écraseras, écrasera, écraserons, écraserez, écraseront)
-
rabattre Verb (rabats, rabat, rabattons, rabattez, rabattent, rabattais, rabattait, rabattions, rabattiez, rabattaient, rabattis, rabattit, rabattîmes, rabattîtes, rabattirent, rabattrai, rabattras, rabattra, rabattrons, rabattrez, rabattront)
-
rompre Verb (romps, romp, rompons, rompez, rompent, rompais, rompait, rompions, rompiez, rompaient, rompis, rompit, rompîmes, rompîtes, rompirent, romprai, rompras, rompra, romprons, romprez, rompront)
-
briser Verb (brise, brises, brisons, brisez, brisent, brisais, brisait, brisions, brisiez, brisaient, brisai, brisas, brisa, brisâmes, brisâtes, brisèrent, briserai, briseras, brisera, briserons, briserez, briseront)
-
broyer Verb (broie, broies, broyons, broyez, broient, broyais, broyait, broyions, broyiez, broyaient, broyai, broyas, broya, broyâmes, broyâtes, broyèrent, broierai, broieras, broiera, broierons, broierez, broieront)
-
démolir Verb (démolis, démolit, démolissons, démolissez, démolissent, démolissais, démolissait, démolissions, démolissiez, démolissaient, démolîmes, démolîtes, démolirent, démolirai, démoliras, démolira, démolirons, démolirez, démoliront)
-
fracasser Verb (fracasse, fracasses, fracassons, fracassez, fracassent, fracassais, fracassait, fracassions, fracassiez, fracassaient, fracassai, fracassas, fracassa, fracassâmes, fracassâtes, fracassèrent, fracasserai, fracasseras, fracassera, fracasserons, fracasserez, fracasseront)
-
casser en morceaux Verb
-
mettre en morceaux Verb
-
-
inslaan (winkelen; boodschappen doen; inkopen; inkopen doen)
emmagasiner; faire provision de-
emmagasiner Verb (emmagasine, emmagasines, emmagasinons, emmagasinez, emmagasinent, emmagasinais, emmagasinait, emmagasinions, emmagasiniez, emmagasinaient, emmagasinai, emmagasinas, emmagasina, emmagasinâmes, emmagasinâtes, emmagasinèrent, emmagasinerai, emmagasineras, emmagasinera, emmagasinerons, emmagasinerez, emmagasineront)
-
faire provision de Verb
-
Konjugationen für inslaan:
o.t.t.
- sla in
- slaat in
- slaat in
- slaan in
- slaan in
- slaan in
o.v.t.
- sloeg in
- sloeg in
- sloeg in
- sloegen in
- sloegen in
- sloegen in
v.t.t.
- ben ingeslagen
- bent ingeslagen
- is ingeslagen
- zijn ingeslagen
- zijn ingeslagen
- zijn ingeslagen
v.v.t.
- was ingeslagen
- was ingeslagen
- was ingeslagen
- waren ingeslagen
- waren ingeslagen
- waren ingeslagen
o.t.t.t.
- zal inslaan
- zult inslaan
- zal inslaan
- zullen inslaan
- zullen inslaan
- zullen inslaan
o.v.t.t.
- zou inslaan
- zou inslaan
- zou inslaan
- zouden inslaan
- zouden inslaan
- zouden inslaan
en verder
- heb ingeslagen
- hebt ingeslagen
- heeft ingeslagen
- hebben ingeslagen
- hebben ingeslagen
- hebben ingeslagen
diversen
- sla in!
- slaat in!
- ingeslagen
- inslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für inslaan:
Wiktionary Übersetzungen für inslaan:
inslaan
verb
-
toucher de loin au moyen d’un projectile.
-
A TRIER
-
Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)
-
Prendre vivement.