Niederländisch
Detailübersetzungen für laten komen (Niederländisch) ins Französisch
laten komen:
-
laten komen (oproepen; ontbieden; tevoorschijn roepen)
invoquer; appeler; convoquer; laisser venir; amener à soi-
invoquer Verb (invoque, invoques, invoquons, invoquez, invoquent, invoquais, invoquait, invoquions, invoquiez, invoquaient, invoquai, invoquas, invoqua, invoquâmes, invoquâtes, invoquèrent, invoquerai, invoqueras, invoquera, invoquerons, invoquerez, invoqueront)
-
appeler Verb (appelle, appelles, appelons, appelez, appellent, appelais, appelait, appelions, appeliez, appelaient, appelai, appelas, appela, appelâmes, appelâtes, appelèrent, appellerai, appelleras, appellera, appellerons, appellerez, appelleront)
-
convoquer Verb (convoque, convoques, convoquons, convoquez, convoquent, convoquais, convoquait, convoquions, convoquiez, convoquaient, convoquai, convoquas, convoqua, convoquâmes, convoquâtes, convoquèrent, convoquerai, convoqueras, convoquera, convoquerons, convoquerez, convoqueront)
-
laisser venir Verb
-
amener à soi Verb
-
Konjugationen für laten komen:
o.t.t.
- laat komen
- laat komen
- laat komen
- laten komen
- laten komen
- laten komen
o.v.t.
- liet komen
- liet komen
- liet komen
- lieten komen
- lieten komen
- lieten komen
v.t.t.
- heb laten komen
- hebt laten komen
- heeft laten komen
- hebben laten komen
- hebben laten komen
- hebben laten komen
v.v.t.
- had laten komen
- had laten komen
- had laten komen
- hadden laten komen
- hadden laten komen
- hadden laten komen
o.t.t.t.
- zal laten komen
- zult laten komen
- zal laten komen
- zullen laten komen
- zullen laten komen
- zullen laten komen
o.v.t.t.
- zou laten komen
- zou laten komen
- zou laten komen
- zouden laten komen
- zouden laten komen
- zouden laten komen
diversen
- laat komen!
- laat komen!
- laten komen
- komen latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze