Übersicht
Niederländisch nach Französisch: mehr Daten
- muiten:
-
Wiktionary:
- muiten → se mutiner, mutiner
- muiten → muer
Niederländisch
Detailübersetzungen für muiten (Niederländisch) ins Französisch
muiten:
-
muiten (scheepsoproer maken)
se révolter; s'insurger; se soulever; se rebeller; se mutiner-
se révolter Verb
-
s'insurger Verb
-
se soulever Verb
-
se rebeller Verb
-
se mutiner Verb
-
Konjugationen für muiten:
o.t.t.
- muit
- muit
- muit
- muiten
- muiten
- muiten
o.v.t.
- muitte
- muitte
- muitte
- muitten
- muitten
- muitten
v.t.t.
- heb gemuit
- hebt gemuit
- heeft gemuit
- hebben gemuit
- hebben gemuit
- hebben gemuit
v.v.t.
- had gemuit
- had gemuit
- had gemuit
- hadden gemuit
- hadden gemuit
- hadden gemuit
o.t.t.t.
- zal muiten
- zult muiten
- zal muiten
- zullen muiten
- zullen muiten
- zullen muiten
o.v.t.t.
- zou muiten
- zou muiten
- zou muiten
- zouden muiten
- zouden muiten
- zouden muiten
diversen
- muit!
- muit!
- gemuit
- muitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für muiten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
s'insurger | muiten; scheepsoproer maken | in opstand komen; rebelleren |
se mutiner | muiten; scheepsoproer maken | |
se rebeller | muiten; scheepsoproer maken | in opstand komen; rebelleren; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; weerstreven |
se révolter | muiten; scheepsoproer maken | bokken; bokkig zijn; in opstand komen; rebelleren; steigeren |
se soulever | muiten; scheepsoproer maken | erop vooruit gaan; naar boven tillen; omhoogheffen; vooruitkomen; vorderen |