Niederländisch
Detailübersetzungen für omgieten (Niederländisch) ins Französisch
omgieten:
-
omgieten
Konjugationen für omgieten:
o.t.t.
- omgiet
- omgiet
- omgiet
- omgieten
- omgieten
- omgieten
o.v.t.
- omgoot
- omgoot
- omgoot
- omgoten
- omgoten
- omgoten
v.t.t.
- ben omgoten
- bent omgoten
- is omgoten
- zijn omgoten
- zijn omgoten
- zijn omgoten
v.v.t.
- was omgoten
- was omgoten
- was omgoten
- waren omgoten
- waren omgoten
- waren omgoten
o.t.t.t.
- zal omgieten
- zult omgieten
- zal omgieten
- zullen omgieten
- zullen omgieten
- zullen omgieten
o.v.t.t.
- zou omgieten
- zou omgieten
- zou omgieten
- zouden omgieten
- zouden omgieten
- zouden omgieten
en verder
- heb omgoten
- hebt omgoten
- heeft omgoten
- hebben omgoten
- hebben omgoten
- hebben omgoten
diversen
- omgiet!
- omgiet!
- omgoten
- omgietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für omgieten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
renverser | omgieten | amenderen; buitelen; doen buigen; dompen; duikelen; herzien; kantelen; keren; kiepen; modificeren; omblazen; ombuigen; omduwen; omgooien; omkeren; omkiepen; omkieperen; omspringen; omstoten; omver kiepen; omvergooien; omverrijden; omverslaan; omverspringen; omverstoten; omvertrekken; omverwaaien; omverwerpen; omwaaien; omwerken; omwerpen; onderuitgaan; op zijn bek gaan; overheen rijden; overkiepen; overrijden; ten val brengen; ten val komen; teruggaan; vallen; veranderen; wijzigen; wippen |