Niederländisch
Detailübersetzungen für omlaagdragen (Niederländisch) ins Französisch
omlaagdragen:
-
omlaagdragen
Konjugationen für omlaagdragen:
o.t.t.
- draag omlaag
- draagt omlaag
- draagt omlaag
- dragen omlaag
- dragen omlaag
- dragen omlaag
o.v.t.
- droeg omlaag
- droeg omlaag
- droeg omlaag
- droegen omlaag
- droegen omlaag
- droegen omlaag
v.t.t.
- heb omlaaggedragen
- hebt omlaaggedragen
- heeft omlaaggedragen
- hebben omlaaggedragen
- hebben omlaaggedragen
- hebben omlaaggedragen
v.v.t.
- had omlaaggedragen
- had omlaaggedragen
- had omlaaggedragen
- hadden omlaaggedragen
- hadden omlaaggedragen
- hadden omlaaggedragen
o.t.t.t.
- zal omlaagdragen
- zult omlaagdragen
- zal omlaagdragen
- zullen omlaagdragen
- zullen omlaagdragen
- zullen omlaagdragen
o.v.t.t.
- zou omlaagdragen
- zou omlaagdragen
- zou omlaagdragen
- zouden omlaagdragen
- zouden omlaagdragen
- zouden omlaagdragen
en verder
- ben omlaaggedragen
- bent omlaaggedragen
- is omlaaggedragen
- zijn omlaaggedragen
- zijn omlaaggedragen
- zijn omlaaggedragen
diversen
- draag omlaag!
- draagt omlaag!
- omlaaggedragen
- omlaagdragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze