Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bravoure
|
dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
|
bravoure; durf; gebluf; gewaagdheid; grootspraak; heldenmoed; heldhaftigheid; lef; moed
|
courage
|
dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
|
driestheid; durf; durven; gewaagdheid; heldenmoed; heldhaftigheid; kloekheid; koenheid; kranigheid; lef; moed; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid; wagen
|
fermeté
|
dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
|
beslistheid; betrouwbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; fermheid; flinkheid; forsheid; gewisheid; hechtheid; kordaatheid; kranigheid; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onvermurwbaarheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; pertinentie; soliditeit; standvastigheid; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
|
hardiesse
|
dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
|
driestheid; durf; fermheid; gewaagdheid; heldenmoed; heldhaftigheid; kloekheid; koenheid; kordaatheid; lef; manhaftigheid; moed; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid
|
intrépidité
|
dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
|
driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid
|
solidité
|
dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
|
betrouwbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; dynamiek; eerbaarheid; energie; felheid; fermheid; fiksheid; gedegenheid; gehardheid; gestaaldheid; goede kwaliteit; hechtheid; kracht; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; soliditeit; sterkte; stevigheid; stoerheid; vastheid
|
vaillance
|
dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
|
heldenmoed; heldhaftigheid; manhaftigheid; moed
|
vigueur
|
dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
|
daadkrachtigheid; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; gehardheid; geldigheid; gelding; gestaaldheid; jeugd; jeugdigheid; kracht; krachtdadigheid; lichaamskracht; pittigheid; sterkte; wakker zijn
|