Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. standjes:
  2. standje:


Niederländisch

Detailübersetzungen für standjes (Niederländisch) ins Französisch

standjes:

standjes [de ~] Nomen, Plural

  1. de standjes (berispingkjes)
    la remontrances; la réprimandes

Übersetzung Matrix für standjes:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
remontrances berispingkjes; standjes berisping; gisping; lering; reprimande; slechte aantekeningen; slechte notities; standje; terechtwijzing; verwijt
réprimandes berispingkjes; standjes berispingen; reprimandes; slechte aantekeningen; slechte notities; terechtwijzingen

Verwandte Wörter für "standjes":


standje:

standje [het ~] Nomen

  1. het standje (lichaamshouding; houding; stand; pose)
    la tenue; l'attitude; la posture
  2. het standje (terechtwijzing; reprimande; berisping; )
    le blâme; la vitupération; le reproche; la réprobation; la réprimande; la remontrances
  3. het standje (berisping; reprimande; terechtwijzing)
    la réprimande

Übersetzung Matrix für standje:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
attitude houding; lichaamshouding; pose; stand; standje bewering; gedrag; gedragswijze; handelwijze; houding; instelling; manier; mentaliteit; optreden; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
blâme berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt blaam; smet; vlek
posture houding; lichaamshouding; pose; stand; standje figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; vorm
remontrances berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt berispingkjes; slechte aantekeningen; slechte notities; standjes
reproche berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt kwalijk nemen; verwijt; verwijten
réprimande berisping; gisping; lering; reprimande; schrobbering; standje; terechtwijzing; uitbrander; verwijt schrobbering; uitschijter
réprobation berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt afkeuren; blaam
tenue houding; lichaamshouding; pose; stand; standje betamelijkheid; etiquette; fatsoen; fatsoenlijkheid; fatsoensnormen; gewaad; keurigheid; kledij; kleding; kleren; kostuum; maatpak; netheid; onberispelijkheid; ordelijkheid; pak; plunje; tenue; uitdossing; uniform; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
vitupération berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt

Verwandte Wörter für "standje":


Verwandte Definitionen für "standje":

  1. keer dat je boos toegesproken wordt1
    • het ondeugende kind kreeg een standje1