Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. teruggooien:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für teruggooien (Niederländisch) ins Französisch

teruggooien:

teruggooien Verb (gooi terug, gooit terug, gooide terug, gooiden terug, teruggegooid)

  1. teruggooien (terugwerpen)
    rejeter; relancer; retourner
    • rejeter Verb (rejette, rejettes, rejetons, rejetez, )
    • relancer Verb (relance, relances, relançons, relancez, )
    • retourner Verb (retourne, retournes, retournons, retournez, )

Konjugationen für teruggooien:

o.t.t.
  1. gooi terug
  2. gooit terug
  3. gooit terug
  4. gooien terug
  5. gooien terug
  6. gooien terug
o.v.t.
  1. gooide terug
  2. gooide terug
  3. gooide terug
  4. gooiden terug
  5. gooiden terug
  6. gooiden terug
v.t.t.
  1. heb teruggegooid
  2. hebt teruggegooid
  3. heeft teruggegooid
  4. hebben teruggegooid
  5. hebben teruggegooid
  6. hebben teruggegooid
v.v.t.
  1. had teruggegooid
  2. had teruggegooid
  3. had teruggegooid
  4. hadden teruggegooid
  5. hadden teruggegooid
  6. hadden teruggegooid
o.t.t.t.
  1. zal teruggooien
  2. zult teruggooien
  3. zal teruggooien
  4. zullen teruggooien
  5. zullen teruggooien
  6. zullen teruggooien
o.v.t.t.
  1. zou teruggooien
  2. zou teruggooien
  3. zou teruggooien
  4. zouden teruggooien
  5. zouden teruggooien
  6. zouden teruggooien
en verder
  1. ben teruggegooid
  2. bent teruggegooid
  3. is teruggegooid
  4. zijn teruggegooid
  5. zijn teruggegooid
  6. zijn teruggegooid
diversen
  1. gooi terug!
  2. gooit terug!
  3. teruggegooid
  4. teruggooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für teruggooien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rejeter teruggooien; terugwerpen abstineren; afketsen; afschepen; afschuiven; afslaan; afstemmen; afweren; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; declineren; laten passeren; onthouden; spruiten; terugwijzen; uitschieten; uitschieten plantkunde; verdedigen; versmaden; verstoten; vertikken; verwaarlozen; verweren; verwerpen; wegcijferen; wegstemmen; wegsturen; weigeren; weren
relancer teruggooien; terugwerpen
retourner teruggooien; terugwerpen dompen; draaien; iets omdraaien; kantelen; keren; kiepen; omdraaien; omkantelen; omkeren; omklappen; omleggen; omver kiepen; omvormen; omwenden; over een kant vallen; reorganiseren; restitueren; retourneren; rollen; ronddraaien; roteren; spiegelen; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; terugkeren; terugkomen; terugreizen; terugrijden; terugsturen; terugzenden; vervormen; wederkeren; weerkeren; wenden; wentelen