Niederländisch
Detailübersetzungen für toebrengen (Niederländisch) ins Französisch
toebrengen:
-
toebrengen
infliger; donner; porter-
infliger Verb (inflige, infliges, infligeons, infligez, infligent, infligeais, infligeait, infligions, infligiez, infligeaient, infligeai, infligeas, infligea, infligeâmes, infligeâtes, infligèrent, infligerai, infligeras, infligera, infligerons, infligerez, infligeront)
-
donner Verb (donne, donnes, donnons, donnez, donnent, donnais, donnait, donnions, donniez, donnaient, donnai, donnas, donna, donnâmes, donnâtes, donnèrent, donnerai, donneras, donnera, donnerons, donnerez, donneront)
-
porter Verb (porte, portes, portons, portez, portent, portais, portait, portions, portiez, portaient, portai, portas, porta, portâmes, portâtes, portèrent, porterai, porteras, portera, porterons, porterez, porteront)
-
Konjugationen für toebrengen:
o.t.t.
- breng toe
- brengt toe
- brengt toe
- brengen toe
- brengen toe
- brengen toe
o.v.t.
- bracht toe
- bracht toe
- bracht toe
- brachten toe
- brachten toe
- brachten toe
v.t.t.
- heb toegebracht
- hebt toegebracht
- heeft toegebracht
- hebben toegebracht
- hebben toegebracht
- hebben toegebracht
v.v.t.
- had toegebracht
- had toegebracht
- had toegebracht
- hadden toegebracht
- hadden toegebracht
- hadden toegebracht
o.t.t.t.
- zal toebrengen
- zult toebrengen
- zal toebrengen
- zullen toebrengen
- zullen toebrengen
- zullen toebrengen
o.v.t.t.
- zou toebrengen
- zou toebrengen
- zou toebrengen
- zouden toebrengen
- zouden toebrengen
- zouden toebrengen
en verder
- ben toegebracht
- bent toegebracht
- is toegebracht
- zijn toegebracht
- zijn toegebracht
- zijn toegebracht
diversen
- breng toe!
- brengt toe!
- toegebracht
- toebrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für toebrengen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
donner | weggeven | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
donner | toebrengen | aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; declareren; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; offreren; overgeven; overhandigen; presenteren; reiken; schenken; ten huwelijk geven; toedragen; toesteken; toevoeren; uithuwelijken; uithuwen; vergeven; verlenen; verstrekken; weggeven; wegschenken; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven |
infliger | toebrengen | |
porter | toebrengen | aan hebben; aandoen; aangeven; aanreiken; afgeven; afvoeren; berokkenen; dragen; gebukt gaan onder; geven; meedragen; naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven tillen; omhoogdragen; ondersteunen; opwaarts dragen; overgeven; overhandigen; rugsteunen; sjouwen; steunen; toesteken; torsen; veroorzaken; versturen; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; zenden; zeulen |
Wiktionary Übersetzungen für toebrengen:
toebrengen
verb
-
Faire un don ; transférer, sans rétribution, la propriété d’une chose que l’on posséder ou dont on jouir, à une autre personne.