Übersicht
Niederländisch nach Französisch: mehr Daten
- uiteengegaan:
- uiteengaan:
-
Wiktionary:
- uiteengaan → se disperser
Niederländisch
Detailübersetzungen für uiteengegaan (Niederländisch) ins Französisch
uiteengegaan:
-
uiteengegaan (ontbonden; opgeheven; uiteengevallen)
Übersetzung Matrix für uiteengegaan:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dissolu | ontbonden; opgeheven; uiteengegaan; uiteengevallen | losbandig; opgelost; tuchteloos |
divorcé | ontbonden; opgeheven; uiteengegaan; uiteengevallen | |
séparé | ontbonden; opgeheven; uiteengegaan; uiteengevallen | afgescheiden; afzonderlijk; apart; gesepareerd; separaat; uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen |
Verwandte Wörter für "uiteengegaan":
uiteengaan:
-
uiteengaan (uitsplitsen; splitsen; scheiden; loskoppelen; uit elkaar halen)
cliver; séparer; dissocier-
cliver Verb (clive, clives, clivons, clivez, clivent, clivais, clivait, clivions, cliviez, clivaient, clivai, clivas, cliva, clivâmes, clivâtes, clivèrent, cliverai, cliveras, clivera, cliverons, cliverez, cliveront)
-
séparer Verb (sépare, sépares, séparons, séparez, séparent, séparais, séparait, séparions, sépariez, séparaient, séparai, séparas, sépara, séparâmes, séparâtes, séparèrent, séparerai, sépareras, séparera, séparerons, séparerez, sépareront)
-
dissocier Verb (dissocie, dissocies, dissocions, dissociez, dissocient, dissociais, dissociait, dissociions, dissociiez, dissociaient, dissociai, dissocias, dissocia, dissociâmes, dissociâtes, dissocièrent, dissocierai, dissocieras, dissociera, dissocierons, dissocierez, dissocieront)
-
-
uiteengaan (uit elkaar gaan; scheiden; van elkaar gaan)
séparer; se séparer; dire adieu à-
séparer Verb (sépare, sépares, séparons, séparez, séparent, séparais, séparait, séparions, sépariez, séparaient, séparai, séparas, sépara, séparâmes, séparâtes, séparèrent, séparerai, sépareras, séparera, séparerons, séparerez, sépareront)
-
se séparer Verb
-
dire adieu à Verb
-
Konjugationen für uiteengaan:
o.t.t.
- ga uiteen
- gaat uiteen
- gaat uiteen
- gaan uiteen
- gaan uiteen
- gaan uiteen
o.v.t.
- ging uiteen
- ging uiteen
- ging uiteen
- gingen uiteen
- gingen uiteen
- gingen uiteen
v.t.t.
- ben uiteengegaan
- bent uiteengegaan
- is uiteengegaan
- zijn uiteengegaan
- zijn uiteengegaan
- zijn uiteengegaan
v.v.t.
- was uiteengegaan
- was uiteengegaan
- was uiteengegaan
- waren uiteengegaan
- waren uiteengegaan
- waren uiteengegaan
o.t.t.t.
- zal uiteengaan
- zult uiteengaan
- zal uiteengaan
- zullen uiteengaan
- zullen uiteengaan
- zullen uiteengaan
o.v.t.t.
- zou uiteengaan
- zou uiteengaan
- zou uiteengaan
- zouden uiteengaan
- zouden uiteengaan
- zouden uiteengaan
diversen
- ga uiteen!
- gat uiteen!
- uiteengegaan
- uiteengaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
uiteengaan
la séparation
Übersetzung Matrix für uiteengaan:
Wiktionary Übersetzungen für uiteengaan:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uiteengaan | → se disperser | ↔ scatter — to disperse |