Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. welgevoeglijk:


Niederländisch

Detailübersetzungen für welgevoeglijk (Niederländisch) ins Französisch

welgevoeglijk:

welgevoeglijk Adjektiv

  1. welgevoeglijk (betamelijk; welvoeglijk)

Übersetzung Matrix für welgevoeglijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
comme il faut betamelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk adequaat; beleefd; beschaafd; braaf; eerlijk; fatsoenlijk; fideel; gemanierd; gepast; geschikt; juist; naar behoren; netjes; openhartig; oprecht; passend; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed
convenable betamelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk aangenaam; aanzienlijk; aardig; adequaat; attent; behoorlijke; behulpzaam; beschaafd; billijk; decent; deftig; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; elegant; fatsoenlijk; fier; gepast; gepaste; geschikt; geschikte; geëigend; goedaardig; goedhartig; goedschiks; hebbelijk; hulpvaardig; indrukwekkend; juist; keurig; majestueus; manierlijk; naar behoren; netjes; nobel; ordentelijk; parmant; parmantig; passend; passende; plechtig; plechtstatig; plezierig; redelijk; redelijke; schappelijk; sierlijk; statig; tamelijke; tof; trots; voegzaam; voorkomend; vorstelijk; vriendelijk; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk; zachtaardig; zedig
convenablement betamelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk aanzienlijk; billijk; decent; deftig; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; fier; gepast; geschikt; gevoeglijk; geëigend; hebbelijk; indrukwekkend; keurig; majestueus; manierlijk; naar behoren; netjes; nobel; ordentelijk; parmant; parmantig; passend; plechtig; plechtstatig; redelijk; schappelijk; statig; trots; voegzaam; vorstelijk; welvoeglijk; zedig