Niederländisch

Detailed Synonyms for aankweken in Niederländisch

aankweken:

aankweken [znw.] Nomen

  1. aankweken
    het fokken; aankweken; doen voorttelen
  2. aankweken
    het planten; het aanplanten; aankweken
  3. aankweken
    de reproductie; de voortplanting; de cultuur; het kweken; voortbrenging; de fokkerij; de fok; de teelt; de verbouw; de aanplant; aankweken; de aankweek; aanfok

aankweken Verb (kweek aan, kweekt aan, kweekte aan, kweekten aan, aangekweekt)

  1. aankweken
    kweken; fokken; voortbrengen; genereren; verbouwen; procreëren; planten; telen; aankweken; aanplanten; opkweken
    • kweken Verb (kweek, kweekt, kweekte, kweekten, gekweekt)
    • fokken Verb (fok, fokt, fokte, fokten, gefokt)
    • voortbrengen Verb (breng voort, brengt voort, bracht voort, brachten voort, voortgebracht)
    • genereren Verb (genereer, genereert, genereerde, genereerden, gegenereerd)
    • verbouwen Verb (verbouw, verbouwt, verbouwde, verbouwden, verbouwd)
    • planten Verb (plant, plantte, plantten, geplant)
    • telen Verb (teel, teelt, teelde, teelden, geteeld)
    • aankweken Verb (kweek aan, kweekt aan, kweekte aan, kweekten aan, aangekweekt)
    • aanplanten Verb (plant aan, plantte aan, plantten aan, aangeplant)
    • opkweken Verb (kweek op, kweekt op, kweekte op, kweekten op, opgekweekt)

Konjugationen für aankweken:

o.t.t.
  1. kweek aan
  2. kweekt aan
  3. kweekt aan
  4. kweken aan
  5. kweken aan
  6. kweken aan
o.v.t.
  1. kweekte aan
  2. kweekte aan
  3. kweekte aan
  4. kweekten aan
  5. kweekten aan
  6. kweekten aan
v.t.t.
  1. heb aangekweekt
  2. hebt aangekweekt
  3. heeft aangekweekt
  4. hebben aangekweekt
  5. hebben aangekweekt
  6. hebben aangekweekt
v.v.t.
  1. had aangekweekt
  2. had aangekweekt
  3. had aangekweekt
  4. hadden aangekweekt
  5. hadden aangekweekt
  6. hadden aangekweekt
o.t.t.t.
  1. zal aankweken
  2. zult aankweken
  3. zal aankweken
  4. zullen aankweken
  5. zullen aankweken
  6. zullen aankweken
o.v.t.t.
  1. zou aankweken
  2. zou aankweken
  3. zou aankweken
  4. zouden aankweken
  5. zouden aankweken
  6. zouden aankweken
diversen
  1. kweek aan!
  2. kweekt aan!
  3. aangekweekt
  4. aankwekende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze