Niederländisch
Detailed Synonyms for bemoeien in Niederländisch
bemoeien:
-
bemoeien
Konjugationen für bemoeien:
o.t.t.
- bemoei
- bemoeit
- bemoeit
- bemoeien
- bemoeien
- bemoeien
o.v.t.
- bemoeide
- bemoeide
- bemoeide
- bemoeiden
- bemoeiden
- bemoeiden
v.t.t.
- heb bemoeid
- hebt bemoeid
- heeft bemoeid
- hebben bemoeid
- hebben bemoeid
- hebben bemoeid
v.v.t.
- had bemoeid
- had bemoeid
- had bemoeid
- hadden bemoeid
- hadden bemoeid
- hadden bemoeid
o.t.t.t.
- zal bemoeien
- zult bemoeien
- zal bemoeien
- zullen bemoeien
- zullen bemoeien
- zullen bemoeien
o.v.t.t.
- zou bemoeien
- zou bemoeien
- zou bemoeien
- zouden bemoeien
- zouden bemoeien
- zouden bemoeien
diversen
- bemoei!
- bemoeit!
- bemoeid
- bemoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze