Übersicht
Niederländisch Synonyms: mehr Daten
-
getikt:
- mesjogge; krankjorum; getikt; kierewiet; maf; geschift; knots; hoorndol; mal; knettergek; niet goed snik; gek
- tikken:
Niederländisch
Detailed Synonyms for getikt in Niederländisch
getikt:
-
getikt
-
getikt
geschift; krankjorum; knettergek; kierewiet; knots; niet goed snik; hoorndol; getikt-
geschift Adjektiv
-
krankjorum Adjektiv
-
knettergek Adjektiv
-
kierewiet Adjektiv
-
knots Adjektiv
-
niet goed snik Adjektiv
-
hoorndol Adjektiv
-
getikt Adjektiv
-
-
getikt
– wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is 1
Alternate Synonyms for "getikt":
Antonyme für "getikt":
Verwandte Definitionen für "getikt":
getikt form of tikken:
-
tikken
-
tikken
-
tikken
– een of meer zachte klappen geven 1 -
tikken
– een brief of tekst machinaal op papier zetten 1
Konjugationen für tikken:
o.t.t.
- tik
- tikt
- tikt
- tikken
- tikken
- tikken
o.v.t.
- tikte
- tikte
- tikte
- tikten
- tikten
- tikten
v.t.t.
- heb getikt
- hebt getikt
- heeft getikt
- hebben getikt
- hebben getikt
- hebben getikt
v.v.t.
- had getikt
- had getikt
- had getikt
- hadden getikt
- hadden getikt
- hadden getikt
o.t.t.t.
- zal tikken
- zult tikken
- zal tikken
- zullen tikken
- zullen tikken
- zullen tikken
o.v.t.t.
- zou tikken
- zou tikken
- zou tikken
- zouden tikken
- zouden tikken
- zouden tikken
en verder
- ben getikt
- bent getikt
- is getikt
- zijn getikt
- zijn getikt
- zijn getikt
diversen
- tik!
- tikt!
- getikt
- tikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze